Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Bartholomaeus

betekenis & definitie

(Bar Tolmai of Talmai, d.i. zoon van Tolmai of Talmai) wordt door Mattheus (10,3), Marcus (3,18) en Lucas (6,14; Handel. 1,13) onder de apostelen gerangschikt. Buiten deze plaatsen komt hij onder de naam Bartholomaeus niet meer in het Nieuwe Testament voor.

Men verklaart dit door aan te nemen, dat Bartholomaeus een patronymicum is, d.w.z. de naam van zijn vader en dus niet zijn eigenlijke naam. Sinds de 12de eeuw vond onder de Latijnen de in Syrië ontstane hypothese, dat Bartholomaeus en Nathanaël (Joh. 21,2) uit Cana in Galilea een en dezelfde persoon waren, bijna algemene instemming ondanks het feit, dat Augustinus Nathanaël’s apostolaat had ontkend en zich om die reden tegen de identificatie had uitgesproken. Over zijn werkzaamheid is even weinig bekend als over zijn persoon. Hij zou in Indië, van welk land men in de late middeleeuwen wat zijn grenzen betrof een zeer ruime opvatting had, en in Armenië gepredikt hebben. In laatstgenoemd land zou een zekere Astyages, wiens broer Polymius door Bartholomaeus bekeerd was, hem ter dood hebben gebracht, hetzij door onthoofding, hetzij door kruisigmg. Over zijn reliquieën zijn de berichten niet minder verwarrend.

Een deel zou in 983 toevertrouwd zijn aan de Bartholomaeuskerk op het Tibereiland in Rome en een stuk van de schedel in 1238 aan de Dom te Frankfort a.d. M., welke stad Bartholomaeus tot patroon verhief. Zijn feest valt in de Griekse Kerk op 11 Juni, in de Latijnse op 24 Aug., in andere Oosterse kerken op verschillende data. Op Bartholomaeus’ naam staat ook een apocrief evangelie, dat volgens sommige geleerden, o.a. Tisserant uit de 4de eeuw dateert en oorspronkelijk in het Grieks geschreven is. Het draagt een apocalyptisch karakter.

De apostel Bartholomaeus stelt hierin den verrezen Christusen de H. Maagd Maria vragen over verschillende geloofsgeheimen, zoals de nederdaling ter helle en de menswording.H. J. J. WACHTERS

Lit.: N. Bonwetsch, Die apokryphen Fragen des B. (wetensch. ber. v. d. univ., Göttingen 1897); E. Hennecke, Neutestamentliche Apocryphen (Tübingen 1933).

In de beeldende kunst stelt men den H. Bartholomaeus gewoonlijk blootsvoets voor, in lang gewaad, bekleed met mantel. Zijn attributen zijn:

1. boek of rol (als verkondiger van het Evangelie); zo vertonen hem de alleroudste voorstellingen, waar hij samen met de andere Apostelen staat afgebeeld;
2. scalpeermes (volgens de legende liet Astyages hem eerst de huid van het lichaam halen en daarna onthoofden);
3. de afgestroopte huid, meestal over de arm; na de 12de eeuw: o.m. Michelangelo bij het Laatste Oordeel in de Sixtijnse Kapel (op de huid zelfportret van den meester) en talloze malen in het Barok, o.a. Brussel, Sint Goedele.

Onsmakelijk realistisch is de totaal van zijn huid ontdane heilige in de Dom van Milaan door Marco d’Agrate. Legendarisch leven in reeksen uitgebeeld in miniaturen van de 12de14de eeuw af (vooral in de Bibl. Nat. te Parijs). Tonelen van zijn marteling, meestal zeer realistisch in genoemde handschriften.

DR JOHN B. KNIPPING

< >