was eertijds de lichtste, de eenvoudigste en de meest eervolle doodstraf. Zij was in principe een mannenstraf.
Terwijl de veroordeelde met het hoofd op een blok werd gelegd, moest de beul met één slag met een zeer scherp tweesnijdend zwaard het hoofd van de romp slaan. Bij uitzondering geschiedde de onthoofding horizontaal, in rechtstaande houding. Een oudere vorm, die vooral in Denemarken, Zweden, Engeland, Frankrijk en Duitsland voorkwam, was de executie met de bijl. Een andere vorm was het afploegen van het hoofd, de typische straf voor het verplaatsen van grenspalen. Een andere variant, welke vooral in Spanje, Italië en ook in België (o.m. te Brugge, in 1677, en te Brussel, in 1694) voorkwam, bestond in het afsnijden van het hoofd door middel van een mes. Eveneens een oudere manier van executie was de onthoofding door middel van een scherpe plank. De valbijl heeft zich uit de onthoofding met de plank ontwikkeld (z guillotine). DR L. TH. MAES.