Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Balsa

betekenis & definitie

is een soort hout, afkomstig van de in Zuid-Amerika groeiende en tot de fam. der Bom- bacaceae (kapokachtigen) behorende Ochroma Lagopus Sw.; het wordt wel Westindisch kurkhout genoemd. Met een gewicht van ca 0,12 g/cm3 (de helft van het s.g. van kurk!), is balsa in gedroogde toestand de lichtste van alle tot dusver bekende houtsoorten.

Terwijl dit hout vanwege het grote drijfvermogen oorspronkelijk hoofdzakelijk voor dobbers en reddingsgordels werd gebruikt (de naam balsa is Spaans en betekent „vlot”), wordt deze houtsoort heden ten dage veelvuldig in de vliegtuig- en filmindustrie, voor de modelvliegtuigbouw en als isolatiegrondstof (voor ijskasten e.d.) toegepast. In Wereldoorlog I waren de 80 000 drijvers, gebruikt voor de 400 km lange onderzeese afsluiting tegen drijvende mijnen in de Noordzee, van balsahout vervaardigd.Het zeer snel groeiende hout van de 15 tot hoogstens 25 m hoog wordende boom — reeds na 5 & 6 jaar is vaak een hoogte van 20 m bereikt, met een middellijn van 60-70 cm — heeft intussen niet de elasticiteit van kurk; het bevat bijna geen lignine en is daardoor, indien niet geïmpregneerd, zeer aan bederf onderhevig. Impregneren gebeurt gedurende twee uren met een 150 gr. C. hete paraffine-oplossing, waardoor echter het hout zich nogal eens vol paraffine zuigt en soortelijk te zwaar wordt. Een betere, in Amerika gevolgde methode schijnt te zijn het onder vacuum verdrijven van lucht en waterdamp uit het hout, gevolgd door onderdompelen in een mengsel van colophonium en een koolwaterstof als bijv. paraffine.

Lit.: S. J. Record en G. D. Me 11, Timbers of tropical America (Yale 1925); J. Ph.

Pfeiffer, De Houtsoorten van Suriname, dl I (1926); W. Spoon en Wa. M. Sesseler, Drijfvermogen van met paraffine geïmpregneerd balsahout (Ber. 135 v.h. Kol. Inst., 1933); W.

Spoon, Iets over de conservering van balsahout (Ber. 174 v.h. Kol. Inst., 1941).

< >