Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Vacuum

betekenis & definitie

noemt men een ledige ruimte; als zodanig stamt het begrip uit oudere filosofische overwegingen. In de natuurkunde bedoelt men meestal onder een vacuum een ruimte die zo goed mogelijk luchtledig is gemaakt.

Dit geschiedt door luchtpompen. Na het gebruik van een luchtpomp kan men nog gasresten doen verdwijnen door middel van actieve koolstof, die zich op lage temperatuur in het vacuum bevindt. Het laagste vacuum, dat men heden kan bereiken, heeft een druk van io~6 mm kwik (1,3. 10~9 atm.). Toch bevinden zich hier bij o gr. C. nog 3,5. 10-13 moleculen in i liter; deze moleculen nemen dan ca 10-12 deel van de ruimte in. (Voor het meten van deze lage drukken, z manometers). De vacuumtechniek is zowel voor wetenschappelijke onderzoekingen als voor de techniek van groot belang. Wij noemen gloeilampen (z lichtbron) (die geen lucht mogen bevatten, en in plaats van lucht met een edel gas zijn gevuld) en verder alle toestellen, waarin electronen enz. ongehinderd zich moeten kunnen bewegen, als electronenbuizen, Röntgenbuizen, cyclotrons enz. Bij de constructie van vacuumruimten moeten vele voorzorgen worden genomen, men moet o.a. lekken vermijden en het gebruik van stoffen, die gassen kunnen afgeven.Lit.: z luchtpomp.

< >