is een dorp van ca 300 inw. op het, tot Friesland behorende, waddeneiland Ameland. Voorheen stond daar het kasteel van de heren van Cammingha, dat in 1829 werd geslecht.
Onder koning Willem I was te Ballum nog een koninklijke paardenstoeterij gevestigd. Ook nadien bleef de paardenfokkerij er nog lang van betekenis. Voor de huidige tijd dankt Ballum vooral zijn bekendheid aan een der eerste voorbeelden van ruilverkaveling welke in Nederland plaats vond. Terwijl het bouwland van dit landbouwdorp in de omgeving der duinen geconcentreerd was, lagen de hooilanden binnen een door een lage dijk omsloten complex dicht bij het dorp (daarbuiten lag dan oudtijds de gemeenschappelijke weidegrond de „Grie”). In deze hooilanden, de Ballumer mieden, hadden de bewoners door voortdurende erfdelingen zeer versnipperde aandeeltjes. Daarop kon ieder voorzover nodig zijn stukje grond scheuren en bewerken ofafhooien, doch na een bepaalde datum werd alles gemene weide (de „vrijgang” van het vee!).
Het aantal stuks vee, dat ieder daarop mocht hebben, hield verband met de grootte van zijn eigendommen, d.w.z. met de hoeveelheid stalvoeder, die daarop kon worden gewonnen. Het gebruik van kunstmest en van ingevoerd krachtvoeder maakte op den duur deze toestand onmogelijk; verder werd voor een rationele bewerking van de grond een betere verdeling der landerijen nodig, alsook de opheffing van de vrijgang. Steunende op de wet, regelende de ruilverkaveling, en met belangeloze medewerking van de Ned. Heidemaatschappij is ten slotte met veel moeite in 1926 de volgende regeling tot stand gekomen: 4000 percelen, verdeeld over 200 ha, met een gemiddelde perceelsgrootte van 500 m2, zonder toegangswegen en zonder ontwatering, werden door ruilverkaveling omgezet in 216 percelen met een gemiddelde perceelsgrootte van 9000 ma, ieder perceel aan een weg en aan een ontwateringssloot. Een eigenaar die bijv. vroeger 35 percelen bezat, samen 1,5293 ha, heeft dit thans over 2 percelen verdeeld. Een ander die 12,7947 ha bezat, verdeeld over 269 perceeltjes, heeft thans alles samengetrokken op 5 percelen.Lit.: E. Dijkstra, Badgids van het eiland Ameland; Idem, De verdeeling der gemeene weiden van Hollum en Ballum op het eiland Ameland; J. J. Gockinga, De verdeeling van de Markegronden van Hollum en Ballum op Ameland; H. J. van Leusen, Ruilverkaveling op Ameland (Tijdschr.Ned. Heidemaatsch., 1926) ; D.
A. Brouwer, Ameland (1936).