is de naam van de eerste der twee Mammelukken-dynastieën in Egypte, Syrië en een gedeelte van Arabië (1254-1382). Deze dynastie heeft door haar strijd tegen de Mongolen en door het verdrijven der Kruisvaarders uit Syrië een grote betekenis verkregen in de geschiedenis.
De Bahrieden waren oorspronkelijk slaven van Turks-Tataarse afkomst, die ten tijde van de heerschappij der Ejjoebieden in Egypte in groten getale waren aangekocht en in het leger werden gebruikt. Zij hadden hun kazerne op een eiland in de Nijl bij Cairo (vandaar Bahrieden; „bahr” kan ook de Nijl betekenen). Weldra kregen zij grote invloed en na de vermoording van den laatsten Ejjoebiedenvorst, Toeran SjzLh, waren zij de eigenlijke heersers. Eerst maakte emir Aibek zich meester van de troon, maar hij werd 10 Apr. 1257 vermoord. Hij werd opgevolgd door zijn 6-jarigen zoon Noereddin Ali I Melik el Mansoer, die gedurende een aanval van Nasir III, sultan van Damascus, door den Mammeluk Seifeddin Koetoez in het serail werd opgesloten. Seifeddin beklom nu zelf de troon onder de naam van el-Malik elMozaffer, overwon de Mongolen, maar werd door Baibars I* 23 Oct. 1260 vermoord, die als sultan de Mongolen en Franken versloeg en een gedeelte van Nubië veroverde.
Na diens dood op 1 Juli 1277 werden zijn twee minderjarige zoons door een veldheer, Kalaoen, van de troon beroofd, en vervolgens regeerde Kalaoen van 1279-1290 en hield zich staande bij de aanvallen der Perzen en Franken. Ter bevestiging van zijn macht omgaf hij zich met de nieuwe Mammelukken-troepen, die wegens hun afkomst Tsjerkessische werden genoemd. Zijn dappere zoon en opvolger Chalil, die alle Kruisvaarders uit Syrië verjoeg (val van St Jean d’Acre, 18 Mei 1291) en in Armenië een voorspoedige oorlog voerde, werd 12 Dec. 1293 vermoord. Ook diens jongere broeder Mohammed werd na een kortstondige regering door zijn voogd Ketboga onttroond (1294)! deze heerste als sultan, totdat Ladjin Hoesameddin hem in 1296 noodzaakte de troon te verlaten. Na de vermoording van Ladjin op 16 Jan. 1299 verwierf Mohammed I nogmaals de regering en regeerde met grote roem, terwijl Baibars II hem vruchteloos zocht te verdrijven. Hij stierf 7 Juni 1341.
Gedurende 20 jaren werd hij achtereenvolgens door acht van zijn zoons vervangen en toen door twee zijner kleinzoons, Mohammed II en Sjaban II. Onder de regering van den laatstgenoemde werd Alexandrië in Oct. 1365 door Peter I, koning van Cyprus, geplunderd. De laatste vorst van de dynastie der Bahrieden was al-Malik al-Salih, bijgenaamd Hadji, die in Jan. 1390 door den Tsjerkessischen of Bordjietischen Mammeluk Barkoek werd afgezet (z Mammelukken).Lit.: W. Muir, The Mameluke or Slave Dynasty of Egypt (London 1896); Lane-Poole, A history of Egypt in the middle ages (London 1901); E. M. Quatremère, Histoire des Sultans Mamelouks, 2 vol. (Paris 183 7-’45).