Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Babel en bijbel

betekenis & definitie

Op 13 Jan. 1902 hield de Berlijnse Assyrioloog Friedrich Delitzsch in tegenwoordigheid van keizer Wilhelm II de eerste van zijn drie lezingen over Babel und Bibel. Het opzien, dat deze lezingen baarden en het aantal polemische geschriften en artikelen, die naar aanleiding daarvan verschenen, waren buitengewoon groot. Voor het tegenwoordige onderzoek heeft deze strijd van nu bijna een halve eeuw geleden nog slechts historische betekenis.

Als Delitzsch beweerde, dat de Bijbel en de godsdienst van Israël niet origineel zijn, maar achterstaan bij de wijsheid der oude Babyloniërs, dan werd door het korreltje waarheid, dat in deze stelling schuilde, de eenzijdige constructie van Israëls geleidelijke ontwikkeling ontwricht. Hierbij werd echter het principiële verschil tussen beide godsdiensten over het hoofd gezien. In zijn laatste pamflet Die grosse Täuschung (1920) heeft Delitzsch zijn antisemietische motieven blootgelegd. Ruimer van kijk was zijn jongere ambtgenoot Hugo Winckler met zijn eveneens verouderd Panbabylonisme.Lit.: Fr. Delitzsch, Babel und Bibel, I. Vortrag (nieuwe bewerking, Leipzig 1921); 2. Vortrag (1903); Rückblick und Ausblick (1904); 3. Vortrag (1905). Het beste overzicht over alle problemen biedt Alfr.

Jeremias: Das Alte Testament im Lichte des alten Orients (4de druk, Leipzig 1930; vgl. van denzelfden schrijver: Babylonisches im Neuen Testament, Leipzig 1905). Vertalingen van de belangrijkste oorkonden vindt men gemakkelijk bijeen bij: A. Jirku, Altoriental. Kommentar z. Alten Testament (Leipzig 1923) en door E. Ebeling in het werk van H.

Gressmann, Altoriental. Texte u. Bilder z. Alten Testament (2de druk, 1926). Voorts: B. Bonkamp, Die Bibel i.

Lichte d. Keilschriftforschung (Recklinghausen 1939).

< >