Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Friedrich DELITZSCH

betekenis & definitie

Duits assyrioloog (Erlangen 3 Sept. 1850 - Langenschwalbach 19 Dec. 1922), zoon van de vorige, werd in 1877 buitengewoon hoogleraar te Leipzig, in 1893 ordinarius te Breslau en in 1899 te Berlijn. Hij was de grondlegger van de Assyrische (Akkadische) taalwetenschap.

Vooral door zijn nog heden onovertroffen (hoezeer in bijzonderheden verouderd) Assyrisch Handwoordenboek en door zijn Grammatica, voorts door zijn talrijke leerlingen en medewerkers (zoals P. Haupt, F. Hommel, P. Jensen, H.

Zimmern enz.) was hij op filologisch terrein van blijvende betekenis, meer dan op godsdienst-historisch terrein door zijn populaire lezingen over Babel und Bibel (1902-1905) en Die grosse Täuschung (2 dln, ig20-’2i, door H. Bakels als De groote begoocheling vert. 1924), die zijn naam in ruime kringen bekend hebben gemaakt.Bibi.: Die Sprache der Kossäer (1884); Assyrisches Wörterbuch (1887 vlgg.); Assyrisches Handwörterbuch, 4 dln, 1894-1896); Das babylonische Weltschöpfungsepos (1896); Die Entstehung des ältesten Schriftsystems. Mit Nachwort (I897-’98) ; Assyrische Lesestücke (1876, 5de dr. 1912); Das Buch Hiob (1902); Assyrische Grammatik (1906); Sumerisches Glossar (1914); Grundzüge der sumerischen Grammatik (1914); Sumerisch-akkadisch-hethitische Vokabularfragmente (1914).

< >