(gebruikelijke afkorting: Bescht), Israël ben Eliëzer (Okop 1700 Medshibosh 1764), geldt als stichter van het Chassidisme. Baal Schem, d.i. die Gods Naam gebruikt in magische wonderdoenerij, is een bijnaam van vele volkstovenaars; ter onderscheiding hiervan betekent Baal Schem Tov vermoedelijk: die zich een goede naam verworven heeft.
Het optreden van Baal Schem Tov valt in een tijd, dat het Poolse Jodendom voortdurend blootgesteld is aan harde druk, met name van de R. Katholieke geestelijkheid, aan maatschappelijke corruptie en aan geestelijke achteruitgang, verschijnselen, die verscherpt zijn door de wanhoop omdat de messiaanse bewegingen, speciaal die van Sabbatai Tsevi*, de verlossing van het Joodse volk niet hebben gebracht. In hoeverre Baal Schem Tov in deze ontgoochelde volkshunkering de open plaats van een verbeiden verlosser vervult, is niet gemakkelijk vast te stellen. Aan Baal Schem Tov mag wel een aantal elementen van de Chassidische leer worden toegeschreven, bijv. een reactie tegen de verstandelijkheid van het geleerde Talmudische Jodendom, dat ook in zijn meest ideale vorm te zeer een esoterische religie werd van een kleine uitverkoren groep, een aanknopen bij en opwekken van de primitieve en zuivere religiositeit der brede volksmassa — waarbij hij stellig invloeden der Oriëntaalse Kabbala verwerkte maar waardoor hij een geweldige democratisering der religie teweegbracht —, de leer van het tot ontwikkeling brengen van de in alle dingen aanwezige goddelijke vonk, vooral door het gebed en door de vreugde en door de vertrouwelijke omgang van den geliefden meester met de kring zijner discipelen.Lit.: S. Dubnow, Gesch. d. Chassidismus I-II (Berlin 1931); T. Ysander, Studiën zum Be‘eschtchen Chassidismus (Uppsala 1933); M. Buber, Deutung des Chassidismus (Berlin 1936); L. Gulkowitsch, Die Hauptgedanken des Chassidismus als Quelle seines Schicksals (Tartu 1937).