Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CORRUPTIE

betekenis & definitie

(van Lat. corrumpere: bederven) noemt men het verschijnsel, dat ambtenaren of andere personen in dienst der openbare zaak zich laten omkopen. Het begrip „personen in dienst der openbare zaak” moet zo ruim mogelijk worden genomen, zodat niet alleen bijv. leden van een vertegenwoordigend lichaam of van een jury er onder vallen, maar ook ieder ambteloos burger, die van zijn kiesrecht gebruik maakt, of getuigenis in rechte aflegt, op dat ogenblik „in dienst der openbare zaak” staat.

Onder omkoping moet worden verstaan: het door verschaffing of voorspiegeling van persoonlijk voordeel beïnvloeden van personen in een zin, die niet vanzelf voortvloeit uit en strijdig kan zijn met verplichtingen, die op deze personen rusten als vertegenwoordigers van een algemeen belang, althans van een belang, dat onderscheiden is van hun persoonlijk belang.Het begrip corruptie is slechts denkbaar in een zuiver publiekrechtelijke staatsorde, waar de ambtsdrager zijn bevoegdheden principieel uitsluitend in het algemeen belang bezit en dit belang scherp moet scheiden van zijn persoonlijk belang, waar dus geldt het woord van Thorbecke: „Publiek recht is publieke plicht”. In een feodale orde daarentegen, waar overheidsbevoegdheden als private rechten worden beschouwd, die men mag belenen, verpanden of zelfs verkopen, hoeft ook het uitoefenen van deze bevoegdheden ten bate van hem, die er voor betaalt, niet per se als ongeoorloofd te worden gezien.

Strafbepalingen tegen corruptie. In de meeste beschaafde landen zijn althans de ernstigste vormen van corruptie strafbaar gesteld. Het NEDERLANDSE Wetboek van Strafrecht bedreigt in art. 126 hem, die bij gelegenheid ener krachtens wettelijk voorschrift gehouden verkiezing iemand omkoopt om zijn of eens anders kiesrecht hetzij niet, hetzij op een bepaalde wijze uit te oefenen, alsmede de kiezer, die zich laat omkopen, met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste ƒ 300,—. Ook omkoping van ambtenaren is strafbaar, zowel ten aanzien van de omkoper als van de omgekochte.

De wetgever heeft de actieve en de passieve omkoping als zelfstandige misdrijven afzonderlijk behandeld, de eerste als een misdrijf tegen het openbaar gezag (artt. 177 en 178), de tweede als een ambtsmisdrijf (artt. 362-364). Wat de actieve omkoping betreft, is strafbaar:

1. hij, die een ambtenaar een gift of belofte doet met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, iets te doen of na te laten;
2. hij, die een ambtenaar een gift doet ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door deze in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, is gedaan of nagelaten. Niet nodig is in beide gevallen, dat de gift is aangenomen of dat de ambtenaar op de belofte is ingegaan; evenmin, dat de gift of belofte de door de omkoper verlangde uitwerking heeft gehad. De bedreigde straffen zijn: gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste ƒ 300,—; omkoping van een rechter wordt echter gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren, of, als zij het oogmerk had, een veroordeling in een strafzaak te krijgen, met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren. Terwijl bij actieve omkoping altijd sprake is van een doen of nalaten in strijd met de plicht van de ambtenaar, is bij passieve omkoping de ambtenaar ook dan strafbaar, wanneer hij een gift of belofte aanneemt, wetende dat zij gedaan wordt, ten einde hem te bewegen om, zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn bediening iets te doen of na te laten. De straf is dan: gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste ƒ 300,—. Gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren wacht de ambtenaar, die:
1. een gift of belofte aanneemt, wetende dat zij hem gedaan wordt ten einde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten;
2. een gift of belofte aanneemt, wetende, dat zij hem gedaan wordt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten.

Een rechter, die gift of belofte aanneemt, wetende dat zij gedaan wordt ten einde invloed uit te oefenen op de beslissing van een aan zijn oordeel onderworpen zaak, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren; neemt hij die gift of belofte aan in het bewustzijn, dat zij hem wordt gedaan om een veroordeling in een strafzaak te krijgen, dan is het maximum der gevangenisstraf twaalf jaren.

In verband met de toeneming van het aantal gevallen van corruptie onder ambtenaren, welke sedert Wereldoorlog II viel te constateren, heeft de Nederlandse regering in 1947 een aparte dienst tot bestrijding der corruptie ingesteld, die onder leiding staat van een der Haagse substituutofficieren van justitie.

In BELGIË handelen de artt. 246-253 van het Strafwetboek over omkoping van ambtenaren en met openbare dienst belaste personen. De passieve omkoping wordt steeds omschreven als: het ingaan op aanbiedingen of beloften, of het ontvangen van giften of geschenken om in zijn ambt iets te doen of na te laten. De straffen zijn als de omkoping strekt:

a. tot het verrichten van een rechtmatige, doch geen vergoeding medebrengende daad: gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en geldboete van 26 tot 500 frs;
b. tot het verrichten van een onrechtmatige daad of het nalaten van een verplichte daad: gevangenisstraf van een maand tot een jaar of geldboete van 50 tot 1000 frs;
c. tot het plegen van een wanbedrijf of misdaad: gevangenisstraf van een tot vijf jaren. Een ambtenaar, die ten gevolge van omkoping een onrechtmatige daad (geen wanbedrijf of misdaad) verricht of een verplichte daad nalaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van drie maanden tot drie jaren en geldboete van 100 tot 3000 frs. Voor een rechter, die zich laat omkopen, is de straf dwangarbeid van tien tot vijftien jaren, voor een gezworene opsluiting van vijf tot tien jaren en voor een werkrechter of scheidsrechter gevangenisstraf van een tot vijf jaren. Wat de actieve omkoping betreft, worden zij, die een ambtenaar omkopen, bedreigd met dezelfde straffen als deze; poging tot omkoping wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en geldboete van 26 tot 500 frs.

Lit.: D. Simons, Leerb. v. h. Ned. strafr., dl II.

< >