is een Spaans woord, dat evenals het Portugese auto-da-fé van het Latijnse actus fidei, geloofsdaad of geloofsmanifestatie is afgeleid. Men verstond er onder de plechtige, publieke afkondiging en voltrekking der inquisitievonnissen in tegenwoordigheid van het volk en van geestelijke en wereldlijke autoriteiten.
Ze had gewoonlijk plaats op een der grote pleinen der stad of in de kerk en was verbonden met een preek en een plechtige Dienst. Daarna sprak de grootinquisiteur de vonnissen over de aangeklaagden uit, die allen met de Sanbenito = sacobenito, een boetekleed van gele kleur zonder mouwen, waren gekleed. Wanneer geen bewijs van geloofsafval of een andere misdaad aanwezig was, volgde vrijspraak. Was slechts een gedeeltelijk bewijs voorhanden, dan volgde vrijspraak na afzwering. Was het bewijs geleverd, dan had er een reconciliatio plaats als de aangeklaagde om genade bad. Bleef deze hardnekkig, dan werd hij aan de wereldlijke arm overgeleverd.
De terechtstelling had plaats buiten de stad zonder bijzijn der geestelijke en wereldlijke autoriteiten. Behalve deze straf kende men nog inbeslagneming der goederen, geldstraffen, degradatie, gevangenisstraf enz. Hoevelen werkelijk voor ketterij terechtgesteld zijn, is moeilijk te berekenen, daar de inquisitie ook andere misdrijven vonniste. De laatste auto-de-fé had in 1781 te Sevilla plaats.