Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ASYMBOLIE

betekenis & definitie

het ontbreken der symboolbetekenis is een ziekteverschijnsel dat in menig opzicht overeenkomt met de agnosie en dat zich voordoet bij aandoeningen van bepaalde gebieden der hersenschors.

Wij beschikken over een voorstelling van de objecten die ons omgeven: gezichtsvoorstellingen, gehoor-, gevoels-, reuk- en smaakvoorstellingen. Deze voorstellingen vertegenwoordigen de objecten zelf in ons brein op symbolische wijze. Het bezit van deze symbolen is afhankelijk van bepaalde schorsgebieden der hersenen. De gezichtsvoorstellingen zijn gebonden aan de achterhoofdskwab, de gehoorsvoorstellingen aan de slaapkwab, de gevoelsvoorstellingen aan de wandbeenskwab en de reukvoorstellingen aan een schorsgebied aan de mediale zijde van de hemisfeer. Het is voorts gebleken dat bijzondere symbolen gebonden zijn aan scherp omschreven delen, zgn. centra der hersenschors. De spraaksymbolen bijv. zijn gebonden aan het centrum van Wernicke in de eerste temporale winding van de linker hemisfeer (althans bij rechtshandigen).

Bij uitschakeling van dit centrum van Wernicke beschikt de patiënt niet meer over de symbolische betekenis der woordklanken, het is hem dientengevolge niet mogelijk in woorden te denken. Evenmin is hij in staat de betekenis van tot hem gesproken woorden te begrijpen, hoewel hij deze woorden goed kan horen. Het is hem alsof er in een vreemde taal tot hem wordt gesproken. Men noemt deze toestand een corticale sensorische aphasie. Wanneer de haard in de temporale kwab groter is, gaat niet alleen de symbolische betekenis der woordklanken verloren maar ook de betekenis van alle andere acustische voorstellingen en gewaarwordingen. Er ontstaat dientengevolge een volledige acustische asymbolie die o.a. een amusie omvat. Een melodie heeft dan geen enkele betekenis terwijl de patiënt zich innerlijk ook geen melodie kan voorstellen.

Op overeenkomstige wijze kunnen bij een beiderzijdse aandoening van een bepaald schorsgebied der achterhoofdskwab de gezichtsvoorstellingen verloren gaan. Wij spreken dan van optische asymbolie of zieleblindheid. De patiënt met optische asymbolie beschikt niet over het vermogen in optische beelden te denken terwijl de gezichtsindrukken uit de buitenwereld bij hem geen objectvoorstellingen opwekken.

Een bijzondere vorm van optische asymbolie is de leesblindheid of alexie. De kennis der schriftsymbolen is gebonden aan een klein gebied in de schors van de linker gyrus angularis, een hersenwinding op de grens van slaapkwab en achterhoofdskwab. Wanneer dit gedeelte van de hersenschors vernietigd is kan de patiënt zich geen voorstelling vormen van de leestekens, terwijl het geschreven of gedrukte schrift ook geen enkele symbolische voorstelling bij hem vermag op te wekken. Het spreekt vanzelf dat de patiënt bij deze vorm van alexie ook niet zal kunnen schrijven (agraphie) aangezien iedere innerlijke voorstelling der lettertekens ontbreekt.

Wij hebben niet slechts symbolische voorstellingen van bepaalde objecten, wij bezitten ook voorstellingen van bepaalde verrichtingen. Wanneer wij gecompliceerde handelingen als lopen, spreken e.d. willen uitvoeren, gaan wij ons niet eerst een voorstelling maken van ieder onderdeel van die beweging. Evenals de gecompliceerde objecten in ons brein worden gerepresenteerd door één eenvoudige voorstelling, evenzo worden de verrichtingen symbolisch gerepresenteerd door een bewegingsvoorstelling. Ook deze symbolische bewegingsvoorstellingen nu zijn gebonden aan bepaalde gebieden der hersenschors en gaan verloren wanneer die gebieden door een ziekteproces worden aangetast. Wanneer de bewegingsvoorstellingen verloren zijn gegaan spreken wij van apraxie. De patiënt kan zich dan niet voorstellen hoe hij zijn jas aan moet trekken, hoe hij een lucifer moet aansteken, hoe hij koffie moet malen enz. Wanneer hij daartoe opdracht krijgt doet hij in ’t geheel niets (apraxie) of wel hij volbrengt de handeling zeer onhandig (dyspraxie).

Een bijzondere vorm van apraxie is de motorische aphasie of spreekverlamming. De symbolische voorstelling der spreekbewegingen is gebonden aan het zgn. spraakcentrum (beter ware wellicht spreekcentrum) van Broca, gelegen in de linker derde frontale winding en naaste omgeving (bij linkshandigen bevindt zich het spreekcentrum meestal op de overeenkomstige plaats van de rechter hemisfeer). Bij vernietiging van het centrum van Broca ontstaat een motorische aphasie. De patiënt kan zich dan geen voorstelling maken van de bewegingen die nodig zijn om te spreken. Innerlijk weet hij de woorden soms zeer goed; de innerlijke spraak kan ongestoord zijn. In dit geval kunnen de patiënten zich schriftelijk nog wel uitdrukken, terwijl het spreken volkomen onmogelijk is door het ontbreken der vereiste bewegingsvoorstellingen. Veelal herstelt zich de spreekstoornis doordat de rechter hemisfeer de functie van de beschadigde linker hemisfeer overneemt.

Een andere bijzondere vorm van apraxie is de agraphie. Hier is het schrijfcentrum in de voorste centrale winding beschadigd waardoor de voor het schrijven noodzakelijke bewegingsvoorstellingen verloren zijn gegaan.

Het spreekt welhaast vanzelf dat de hier geschetste vormen van asymbolie aan het ziekbed zelden in geïsoleerde vorm voorkomen, meestal zijn zij gecombineerd, ’t zij onderling, ’t zij met andere verschijnselen.

Ter verduidelijking van de beschreven localisaties zij verwezen naar bovenstaande figuur die een schematisch beeld geeft van de linker hemisfeer der grote hersenen met die gebieden waarvan bekend is dat zij noodzakelijk zijn voor de vorming van bepaalde symbolen.

Volledigheidshalve zij vermeld dat een reuk- en smaakasymbolie niet bekend zijn hoewel men ze theoretisch wel op dezelfde wijze zou kunnen construeren.

DR A. VERJAAL.

< >