Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ASYMMETRIE

betekenis & definitie

betekent het gemis aan symmetrie. Het menselijk lichaam wordt in hoofdzaak symmetrisch aangelegd, en wel tweezijdig symmetrisch; d.w.z. dat de beide Iichaamshelften ter weerszijden van het mediane vlak elkanders spiegelbeeld vormen (z symmetrie).

Uitzonderingen op deze symmetrie noemt men nu asymmetrieën.Men kan uitwendige en inwendige asymmetrieën onderscheiden. Duidelijk en principieel asymmetrisch is het haarkleed. De haren staan nl. niet loodrecht op de huid ingeplant, maar onder een hoek. De richting van nabijgelegen haren stemt met elkaar overeen, zodat haarstromen ontstaan. Op enkele plaatsen van het lichaam cirkelen deze haarstromen spiraalsgewijze om een punt, zoals bijv. bij de kruin, waardoor haarwervels ontstaan. Deze zijn asymmetrisch.

Ook het gelaat is asymmetrisch. De rechter gelaatshelft zou meer de verstandelijke zijde, de linker gelaatshelft meer de gevoelszijde van de persoonlijkheid uitdrukken. Bij grote mate van gelaatssymmetrie ontstaat een starre uitdrukking, die doet denken aan een poppengezicht. Alle grote beeldhouwwerken en schilderijen vertonen in het gelaat van de afgebeelde personen asymmetrie.

Algemeen bekend is de rechtshandigheid, die echter niet op een eigenschap van de hand, maar op één van de hersenen berust. In den regel is een der armen en een der benen dikker, sterker en langer dan het andere. Het langer zijn van één der benen is verantwoordelijk ervoor, dat mensen die in het donker of in een sneeuwjacht dwalen een cirkelgang beschrijven, zodat zij ongeveer op het punt van uitgang terugkeren.

De inwendige asymmetrieën ontstaan tijdens de ontwikkeling, want het lichaam wordt inwendig symmetrisch aangelegd. Een functionele asymmetrie treffen wij aan bij de grote hersenen, waarbij de linkerhelft over de rechterhelft domineert (z hersenen). De inwendige structuur van gelaat en hals is nagenoeg symmetrisch. In de borstholte ligt het hart meer naar links, terwijl de linker long uit twee, de rechter uit drie kwabben bestaat. Van de buikorganen liggen alleen de nieren, de afvoerwegen van de nieren en de geslachtsorganen nagenoeg symmetrisch. De organen van het spijsverteringsstelsel vertonen een vérgaande asymmetrie.

Maag en milt liggen links, lever en appendix rechts. Het komt voor, dat de ingewanden juist andersom liggen. Dus: hart naar rechts, maag en milt naar rechts, lever en appendix naar links enz. De mensen, bij wie dit voorkomt, zijn dus inwendig het spiegelbeeld van de norm. Men spreekt dan van situs inversus. Deze kan voorkomen bij borst- en buikingewanden (situs inversus totalis) of alleen bij de buikingewanden (situs inversus abdominalis). Een ziekelijke afwijking is dit niet, maar de diagnosticus en de chirurg moeten er wel rekening mede houden.

Van belang voor de geneeskunde is ook het verschil in ligging en grootte tussen parige organen. De rechter nier bijv. ligt in den regel iets lager dan de linker. De linker zaadbal is meestal groter en hangt lager dan de rechter. Het verschil in ligging van de nieren wordt toegeschreven aan de lever, die meer ruimte opeist dan de maag. Het verschil in grootte tussen de zaadballen wordt verklaard door de minder gunstige veneuze afvoer links. De lagere ligging is het gevolg van het grotere gewicht.

DR A. DE FROE

Lit.: z anatomie, en Pierre Abraham, Eén gelaat, twee gezichten (vert., Santpoort 1935).

< >