Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Arthur Hugh CLOUGH

betekenis & definitie

Engels dichter (Liverpool 1 Jan. 1819 - Florence 13 Nov. 1861), was de zoon van een koopman, die in 1822 naar Zuid-Carolina verhuisde. Hij studeerde vervolgens te Oxford, waar het optreden van J.

H. Newman veel beroering bracht en ook Clough aanvankelijk meesleepte. Deze was echter te veel scepticus. In 1842 Fellow van Oriel College, gaf hij spoedig uit gemoedsbezwaren deze sinecure er aan (1848), oewel hij geen eigen middelen bezat.

In 1847 raakte hij in kwade reuk door zijn vlugschrift Retrenchment, ingegeven door misstanden in Ierland, en zijn half-humoristisch verhalend gedicht The Bolhie (schaapherdershut) of Toperna-Fuosich (later: Tober-na-Vuolich) van 1848 werd erg revolutionnair gevonden. Ten tijde van de Februarirevolutie was hij in Parijs, later maakte hij het beleg van Rome mede. Van 1849-1852 stond hij aan het hoofd van University Hall, waaruit de tegenwoordige Londense Universiteit gegroeid is, maar kon er niet aarden, ondanks de vriendschap van Carlyle. Een jaar lang verbleef hij in de V.S. en voorzag in zijn onderhoud door lessen en journalistiek.

In 1853 werd hij aan het Britse Ministerie van Onderwijs geplaatst. In 1859 ging zijn gezondheid achteruit en Italië bracht hem geen baat. Zijn dood inspireerde tot de beroemde elegie van zijn vriend Matthew Arnold: Thyrsis. Van zijn eigen werk, waarbij veel verhalende en idyllische poëzie — Amours de Voyage (1849), Dipsychus (1850), Mari Magno, or Tales on Board (1861) — zijn enkele stukjes lyriek (Say not the Struggle Nought Availeth) algemeen eigendom geworden. Over zijn grote pastorale in hexameters, The Bothie, is het laatste woord nog niet gezegd.Bibl.: Collected Ed. bezorgd door Palgrave, 1862, C. Whibley, 1913.

Lit.: S. Waddington, Arthur Hugh Clough: a Monograph (1883); The Poems and Prose Remains with a Selection from his Letters and a Memoir, ed. by his wife, 2 dln (1869); J. I. Osborne, Arthur H.

Clough (1920); G. Levy, A. H. Cl. (1938).

< >