is een begrip waaronder men, volgens een der meesters van de Franse keuken, Prosper Montagné, moet verstaan: „het toebereiden van alle mogelijke voedingsmiddelen op zodanige wijze, dat zij den mens alles verschaffen wat hij voor zijn ontwikkeling en levensonderhoud behoeft, en tevens de aangenaamste gewaarwordingen, die zijn smaakorganen kunnen beleven.” „De kook-kunst,” zeide de markies de Cussy, „is een oude kunst, want zij begint bij Adam”, en ongetwijfeld is de geschiedenis van de keuken ten nauwste verbonden met de algemene geschiedenis der mensheid.
Het begrip „kunst” is eerst in latere tijden aan de kook-kunde toegevoegd. Het oudste volledige kookboek, dat bewaard is gebleven, de Tien boeken van de keuken van den Romein Apicius Caelius, kent het niet; en er is bijv. in de Nouveau Cuisinier François slechts sprake van „la manière d’apprêter toutes sortes de viandes, de pâtisseries et de confitures”. Het begrip „art culinaire” moet echter ruimer genomen worden dan kook-kunst; men verstaat er tevens onder: de kennis van de wijn en zijn gebruik bij verschillende gerechten, de samenstelling en volgorde van het menu, de tafelversiering enz. enz., zodat de „art culinaire” dan ook haar eigen encyclopaedie bezit in de Larousse Gastronomique, een lijvig boekwerk van 1100 blz. (Libr. Larousse, Paris) (z kookboek en kookkunst).
