Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Arbeidstherapie

betekenis & definitie

(actieve therapie, of volgens Stärcke: verantwoordelijkheids- of gemeenschapstherapie), bij de verpleging van geesteszieken een voorname factor, is in 1929 door dr Simon ingevoerd (Die aktive Krankenbehandlung in der Irrenanstalt) al werd reeds jaren te voren ook in de meeste Nederlandse gestichten werkverschaffing toegepast. Dit was, nadat geesteszieken eeuwenlang aan schadelijk niets-doen waren prijsgegeven, een belangrijke verbetering (z krankzinnigenverpleging).

Simon echter heeft van de werkverschaffing een systematische behandeling gemaakt. In Nederland heeft prof. dr W. N. van der Scheer de actieve behandeling met grote geestdrift ingevoerd. Bij Simon wordt de werkverschaffing een middel tot heropvoeding van den patiënt. Van der Scheer omschrijft het stelsel als volgt: „Het nieuwe zit niet in het opnieuw invoeren van de arbeidstherapie als zoodanig, maar in het in toepassing brengen van de „ervaringsfeiten”, welke de mensch bij de ontwikkeling van kind tot mensch, bij de ontwikkeling van de cultuur, bij de opvoeding heeft opgedaan. Het nieuwe zit in het met klem naar voren brengen van de buitengewone beteekenis welke milieu-invloeden, welke externe factoren, in staat zijn uit te oefenen ook op de krankzinnigen, in een juistere waardebepaling van de wisselwerking tusschen buitenwereld en individu, ook al is daarin door ziekte een deel van den potentieelen aanleg vernietigd.” Nieuw is ook dat men de daden van krankzinnigen niet een direct gevolg acht van hun ziekte. Door de nieuwe behandelingswijze kwam vast te staan, dat bijna alle hinderlijke verschijnselen (schelden, onzindelijkheid, smeren met ontlasting enz.), niet tot het wezen van de psychose behoren, doch ontstaan door het verlies van opvoedkundige en ervaringsinvloeden.

Op deze theoretische opvattingen is een belangrijke herziening van de krankzinnigenverpleging opgebouwd, waarbij het nodig is, dat veel meer dan vroeger wordt gelet op de bekwaamheden en wensen van den patiënt. Met grote zorg moet worden bepaald wat de patiënt zal doen, liefst werk dat in overeenstemming is met het vak, dat hij in het gewone leven heeft uitgeoefend. Ook moet er op worden gelet, dat het werk waarlijk productief is en zinvol, daar dit het zelfgevoel sterkt. In de grote inrichtingen bestaat daarom een rijk geschakeerde werkgelegenheid: productieve handenarbeid van naaien en verstellen, tot betonwerk, huishoudelijke arbeid, vakarbeid en hulp bij vakarbeid, productieve buitenarbeid, intellectuele arbeid als kantoorwerk, laboratoriumwerk, bibliotheekwerk, studie. Stärcke zegt: „Als wij de zieken willen genezen, moeten wij hun leeren de maatschappij te verdragen. Wij beginnen met een voor dit doel in elkaar gezette proefmaatschappij, dat is het gesticht.” Doel is derhalve, den patiënt in te schakelen in een maatschappij waarin de arbeid de basis vormt, waar in de vrije tijd gelegenheid bestaat tot gemeenschappelijke ontspanning: sport, muziek, dans, toneel. Een maatschappij waarin de vereenzaming van den mens wordt doorbroken, waar patiënten en personeel voortdurend worden opgevoed tot wederzijds begrip en verdraagzaamheid.

PROF. DR H. C. RÜMKE

Lit.: W. N. van der Scheer, Nieuwere inzichten in de behandeling van geesteszieken (Groningen 1933).

< >