(1), de beroemdste redenaar van de Griekse Oudheid (Athene 384 - Kalaureia 322 v. Chr.).
Zijn vader liet hem een aanzienlijk vermogen na, dat echter door drie voogden verkwist werd. Onder leiding van de redenaar Isaeus legde hij zich toe op de welsprekendheid, zodat hij in 364 zijn voogden in rechten kon vervolgen en overwinnaar werd. Om volkomen meester te worden over zijn stem, nam hij volgens de overlevering kiezelsteentjes in de mond, om het geluid te bestuderen en sprak aan het strand van de zee, om zich aan het rumoer ener volksmenigte te gewennen. Zijn redevoeringen gelden ook thans nog als meesterstukken van welsprekendheid, zowel om hun sterke, gevarieerde taal als om hun sierlijke en steeds doelmatige compositie. Eerst schreef hij, als logograaf, redevoeringen, die zijn cliënten in particuliere processen voordroegen. Meer en meer echter ontwikkelde hij zich tot politicus, strijdend voor de grootheid en vrijheid van Athene.
Zo werd hij de ziel van het verzet tegen Philippus II van Macedonië. De eerste Philippica (redevoering tegen Philippus) hield hij, toen die vorst zich meester had gemaakt van de Thermopylae (351 v. Chr.). Hij drong er op aan, dat men een leger en een vloot zou uitrusten en de strijd naar Macedonië verplaatsen. De Atheners keurden zijn plannen goed, maar brachten ze niet ten uitvoer. In 349 hield Demosthenes zijn 3 Olynthische redevoeringen, waarin hij aanspoorde Olynthos in Chalcidice tegen Philippus te helpen.
Hij bereikte zijn doel niet. Olynthos werd veroverd en Philippus had daarmede zijn macht in het N. bevestigd. In 346 verzette hij zich tegen het sluiten van vrede; desniettegenstaande kwam deze door Philokrates tot stand. De Heilige Oorlog schudde eindelijk de Atheners wakker, omdat Philippus nu invloed kreeg in Phocis. Het gezag van Demosthenes steeg hierdoor. Hij richtte zijn aanvallen vooral op de redenaar Aeschines, die een verbond met Philippus wenste.
Sterk kwam hij daarna op tegen de vermeerdering van Philippus’ macht aan de Hellespont, die de toegang tot de Zwarte Zee beheerste. Hij wist steun aan Byzantium door te zetten; Philippus moest hierdoor van de belegering afzien (340), doch verklaarde nu openlijk de oorlog. Aan Demosthenes was ondertussen een gouden krans toegekend. Op Demosthenes’ aansporen kwam nu een verbond met Thebe tot stand. Doch de bondgenoten werden verslagen bij Chaeronea (338) en de vrijheid van Athene vernietigd. Na Philippus’ dood (336) trachtte Demosthenes de opstand tegen Alexanderde Grote te beginnen; deze bedwong hem echter onmiddellijk.
In 324 werd hij beschuldigd zich door Harpalos, Alexanders gevluchte rentmeester, te hebben laten omkopen. Hij werd veroordeeld en verbannen (324), maar na Alexanders dood (323) teruggeroepen. Hij was nu de ziel van de Lamische oorlog, maar werd na de nederlaag van de Atheners ter dood veroordeeld. Hij vluchtte naar het eiland Kalaureia en doodde zich daar in de tempel van Poseidon (322).Zijn beroemdste redevoeringen zijn buiten de genoemde: Om de krans; Tegen Leptines; Over de vrede. Vooral in Rome was hij veler voorbeeld. Ook zijn invloed op latere tijden is zeer groot. Van zijn redevoeringen zijn 61 bewaard.
PROF. DR B. A. VAN GRONINGEN
Bibl.: Orationes, ed. G. Dindorf, ed. 4am cur. F. Blass, ed. maior (3 dln, Leipzig i885-’8g, herdr. tot 1927); ed. S.
H. But- cher-W. Rennie (3 d!n, Oxford i903-’3i); ed. G. Fuhr-J. Sykutris, I, II, 1 (Leipzig i9i4-*37); Harangues, tekst en Fr. vert. d.
M. Groiset (2 dln. Paris i924-*25); tekst en Eng. vert. d. C. A. en J. H.
Vince (3 dln, 1926-35, Loeb classical library), Private Orations, tekst en vert. d. A. T. Murray (3 dln, i937.-’39, Loeb classical library).
Lit.: A. Schaefer, D. und seine Zeit (3 dln, 2de dr. Leipzig 1885-’87); H. Ouvré, D. (Paris 1890); F. Blass, Die attische Beredsamkeit III, 1 (2de dr. Leipzig 1893); E.
Drerup, D. im Urteil des Altertums (1923); P. Cloché; D. et la fin de la démo- cratie athénienne (Paris 1937); W. Jaeger, D.: the origin and growth of his policy (1938, orig.: D. der Staatsmann und sein Werden, 1939).
(2), Atheens veldheer, in de Peloponnesische oorlog beroemd geworden, omdat hij in 425 v. Chr. Pylos in de Peloponnesus bezette en hierdoor een aantal Spartanen op het eilandje Sphakteria insloot en later gevangen nam. In 414 werd hij naar Sicilië gezonden, waar de Atheense expeditie onder Nicias in grote moeilijkheden was gekomen. Hij ried de tocht op te geven. Nicias weigerde. De Atheners leden nu de nederlaag, Demosthenes werd bij de aftocht gevangen genomen en te Syracuse gedood (413).