(Gr.: σατϱάπης, satrapês, Perz.: chsjathrapâwan of chsjathrapa), bij de oude Perzen sedert Darius de naam van de stadhouder van een gewest. Daar de satrapen met groot gezag waren bekleed, voerden zij bij het verval des rijks een onbeperkte, vaak drukkende heerschappij.
In de bloeitijd was het Perzische Rijk in 20 satrapieën verdeeld.