(Angóra, Ancora, Argoun, Engoeryeh), is de hoofdstad van het gelijknamige Turkse vilajet van Klein-Azië en sedert 1923 hoofdstad van het Turkse rijk. Zij is aan de rivier Engoeroesoe, een zijrivier der Sakaria, en aan de voet van een steile rots, ruim 900 m boven de zeespiegel, aan de zoom van een vruchtbare vlakte gelegen en heeft (1940) 157 242 inw.
De stad is met Haydar Pasja aan de Bosporus (en aldus via een veerpont met Istanboel) door een spoorweg verbonden. Het hoofdartikel van de handel is het zgn. kemelsgaren, afkomstig van de Angora-geit (Capra hircus L.). Verder worden er geelbessen (Rhamnus tinctorius), krap en mastik uitgevoerd. De handel, eertijds geheel in handen van Armeniërs, is thans gering.Ankara is het oude Ancyra in Galatië, volgens de sage door Midas gesticht. Het bloeide ten tijde van Augustus als hoofdstad van Galatië en als stapelplaats van een aanzienlijke handel, waartoe haar ligging aan de karavaanweg van Byzantium naar Syrië aanleiding gaf. De dankbare bewoners bouwden ter ere van den keizer een marmeren tempel en griffelden er zijn roemrijke daden op de stenen en zuilen van een altaar. Die opschriften zijn in 1554 door Busbecq gevonden en voor de Oude geschiedenis van groot belang. Na de invoering van het Christendom werd het de zetel van een metropolitaan en de vergaderplaats van twee conciliën (315 en 358). In 621 werd de plaats door de Arabieren ingenomen, maar spoedig door den Byzantijnsen keizer heroverd.
In 1213 werd zij door de Seldsjoeken veroverd. In 1360 kwam zij in de macht van sultan Moerad I, en de 20ste Juli 1402 verloor Bajesid I er in de strijd tegen de Mongolen onder Timoer de vrijheid en de troon. Na het herstel van de Turkse heerschappij vermeerderde haar bloei, zodat Pococke het aantal van haar inwoners op 100 000 schatte. Zij is na die tijd zeer sterk achteruitgegaan, om echter onder het bewind van Kemâl Atatürk, die hier op 27 Dec. 1919 zijn regering vestigde, weer sterk in betekenis en omvang toe te nemen. Het is thans een moderne stad van ietwat geforceerd urbanistisch type, met veel brede avenues en fraaie beplantingen. Het vilajet (= provincie) Ankara telde in 1940 op 25 385 km2 602 965 inw.
Op 24 Febr. 1942 werd in de Turkse hoofdstad Ankara een aanslag op den Duitsen ambassadeur von Papen gepleegd, waarbij deze ongedeerd bleef. Op 1 Apr. 1942 begon het proces tegen de vermoedelijke daders, de in Joegoslavië geboren Tarben Sayman en Sagol en de Russen Komilof en Pawlof. De verdachten werden tot langdurige gevangenisstraffen veroordeeld. Zij kregen op 6 Aug. 1944 amnestie en werden op 9 Aug. 1944 in vrijheid gesteld.