Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bosporus

betekenis & definitie

of Straat van Constantinopel, door de Turken Istanboel-Boghazi genoemd, is de zeeëngte, die de Zwarte Zee met de Zee van Marmora verbindt. Zijn naam, die Koe-overtocht betekent, schijnt ontleend te zijn aan de sage, dat de in een koe veranderde Io hier overgezwommen is.

Toen later andere straten dezelfde naam kregen, noemde men deze de Thracische Bosporus. Hij heeft een lengte van 30 km, een grootste breedte van 2½ km en een kleinste breedte van 550 m, is 30-60 m diep, op sommige plaatsen zelfs 120 m. De snelheid van de zuidwaarts gerichte stroom bedraagt er soms wel tot ruim 9 km per uur. Aan de bodem heeft echter een tegengestelde stroming van zoutrijker water plaats.De noordelijke ingang is in de winter en de herfst voor de scheepvaart niet ongevaarlijk bij nevel en stormachtig weer, niettegenstaande de twee vuurtorens van Roemeli en Anadoli. Sedert 1870 zijn er reddingstations opgericht voor schipbreukelingen, en wel op de Europese oever bij Kilia, op de Aziatische bij Schile. De straat zelf is echter even veilig als een haven. Het scheepvaartverkeer is er zeer levendig, zowel door de grote vaart tussen de twee zeeën, als door het kleinere verkeer tussen de twee oevers. De ingang aan de kant der Zwarte Zee is door bazaltrotsen omgeven, trechtervormig en bekend als de Symplegaden of Cyanaeïsche rotsen der Oudheid.

De eigenlijke Bosporus is een gemiddeld 250 m diep in devonische leigesteenten tijdens het plioceen ingesneden oud rivierdal, dat vervolgens onder het zeeniveau is gedompeld. De oevers zijn in het eerste gedeelte slechts zwak bevolkt, maar worden bij Emirgon beter begroeid, fraaier en dichter bewoond. Steile rotswanden wisselen af met bochten en dalen. In de omgeving van Istanboel (Constantinopel) zijn de oevers bedekt met dorpen, villa’s, tuinen, kiosken en zomerpaleizen, als ook met burchten, sloten en ruïnes uit de Byzantijnse tijd. Tot bescherming van deze stad liggen aan beide zijde belangrijke vestingwerken en batterijen.

Van het Z. komende zijn de meest beroemde punten: Topchane, aan de ingang van de haven van Istanboel, op de linkeroever het lustslot Dolma-Bagtsje, uit steen opgetrokken in een gemengd Grieks-Arabische stijl; het dorp Besjik-Tasj, in welks nabijheid het paleis Jildis-Kiosk ligt, de gewone residentie van de sultan, op de Aziatische oever; dan op de smalste plaats, waar Darius een schipbrug bouwde, toen hij tegen de Skythen optrok, de sterke kastelen Roemeli-Hissar aan de linker- en Anadoli-Hissar aan de rechterhand, beide door Mohammed II gebouwd. Daarna bereikt men de baai Balta-Liman, waar men aan de linkerzijde Therapia vindt. Verderop liggen de twee voornaamste forten Roemeli-Kavak en Anadoli-Kavak. Ook bij de ingang van de Zwarte Zee bevinden zich forten.

De straat van Kertsj, van Kassa of van Feodosia, tussen de Zwarte Zee en die van Azof, droeg bij de Ouden de naam Kimmerische Bosporus. Het land aan beide zijden dier straat heette het Bosporaanse Rijk, hetwelk gesticht werd in het jaar 480 v. Chr. door de Archaeanactiden, die er tot 438 regeerden. Toen kwam er met koning Spartocus I een nieuwe dynastie aan het bewind. Onder Satyrus I (gestorven in 393) werd de kust van Azië in dit gebied opgenomen, en onder Leukon I, wiens nakomelingen zich Leukoniden noemden, werd Feodosia er mede verenigd (360). Koning Leukanor moest in het jaar 290 aan de Skythen schatting betalen, en deze werd zo drukkend, dat Paerisades, de laatste der Leukoniden, zich onderwierp aan Mithridates VI, koning van Pontus, die de Skythen overwon. In het jaar 259 n.

Chr., nadat het koningsgeslacht uitgestorven was, maakten de Sarmaten zich meester van het rijk, maar werden in 344 door de bewoners van Chersonesus overweldigd. Daarna behoorde het met de Taurische Chersonesus tot het Oostromeinse Rijk, totdat de Chazaren en later de Tataren het onderwierpen aan hun heerschappij.

Lit.: E. H. Minns, Scythians and Greeks (Cambridge 1907).

< >