in de Oudheid gebied in het centrum van Klein-Azië. Het grensde in het N. aan Bithynië en Paphlagonie, in het O. aan Pontus, in het Z. aan Cappadocië, in het W. aan Phrygië.
Het land was bergachtig, vooral in het N. en Z. Tot de belangrijkste rivieren behoorden de Sangarios in het W. en de Halys in het N. De grond was alleen in het zuidelijk gedeelte vruchtbaar. De voornaamste steden waren Ankyra (thans Ankara), reeds bloeiend in de dagen der Perzische heerschappij en Pessinus aan de Sangarios, de hoofdplaats der Tolistoagii, beroemd wegens de dienst van Cybele.
Het droeg deze naam sinds de vestiging van Kelten of Galliërs, Galaten genoemd naar het Griekse Galatai. Toen de Kelten nl., die omstreeks 280 v. Chr. onder aanvoering van Brennus uit het N. in Macedonië en Griekenland waren doorgedrongen, genoodzaakt werden terug te trekken, bereikte een deel van hen door Thracië heen de Hellespont. Zij waren verdeeld in 3 stammen, de Tolistoagü, Trokmi en de Tektosagen. Plunderend trokken zij door het land, ook dienden zij als soldaten.
In 240 v. Chr. werden zij door Attalus I van Pergamum overwonnen. Zij vestigden zich in een gedeelte van Groot-Phrygië, dat zich van Pessinus tot aan de grenzen van Bithynië uitstrekte en de naam ontving van Galatia, Graeco-Galatia of Gallo-Graecia (want vele Grieken hadden zich met hen vermengd). Daar zij koning Antiochus de Grote tegen de Romeinen hadden bijgestaan, werden zij door de consul Gn.
Manius Vulso aangevallen en overwonnen (189 v. Chr.), maar behielden hun land en hun zelfstandigheid.Elk der 3 bovenvermelde stammen was gesplitst in 4 afdelingen. Deze 12 tetrarchieën hadden een Raad van 300 personen, die op gezette tijden in een eikenwoud vergaderden, om rechtsdag te houden. Door de invloed der Romeinen veranderde het staatsbestuur. Met hulp van Pompeius wist Deiotarus, het hoofd van één stam, zich tot alleenheerser over al de Galaten in Klein-Azië te verheffen.
Hij werd opgevolgd door Amyntas, die zijn gebied vergrootte. Augustus erkende zijn heerschappij, doch na zijn dood werd Galatië een Romeins wingewest, waaraan men later Paphlagonië toevoegde. De provincia Galatia werd echter onder Constantijn de Grote verkleind en binnen de grenzen van het aloude Galatia beperkt, waarna Theodosius het weer in Galatia Prima en Secunda verdeelde. De apostel Paulus heeft er gepredikt; aan de daar door hem gestichte gemeenten schreef hij de Brief aan de Galaten (of Galatiers).
Lit.: F. Stahelin, Gesch. der kleinasiatischen Gallier (1907).