is de naam van een voorstad van Brussel, 1778 ha, aan de Zenne en het kanaal Brussel-Charleroi op golvende klei- en zandbodem; bekend zijn de groenten- en fruitteelt. Het bezit veel industrie, vnl. gieterijen, weef-, chemische en houtnijverheid, brouwerijen, stokerijen, leerbewerking, keramiek, boekbedrijf.
Veemarkten en slachthuizen van Kuregem; hogere rijksveeartsenijschool. Inw. 85 931 (1944). Op het St Annaveld deed men vroeg-historische vondsten (Romeinse villaresten en een Frankische begraafplaats). Op het slot heersten eerst de familie Antoing, dan Walcourt, na de 13de eeuw de machtige van Aa’s. Anderlecht behoorde toen onder de meierij Rode. In 1356 werden op het Scheutveld de Brabanders verslagen door Lodewijk van Male, op „quaden Woensdag”, waarna de inneming van Brussel volgde.
Na de bloei in de 15de-16de eeuw kwamen de godsdienstberoerten veel schade berokkenen; het Kartuizerklooster van Scheut werd toen vernield. In 1795 werd Anderlecht administratief gescheiden van Brussel. De groei van dorp tot stad valt in de 19de eeuw.De gothische St Pieterskerk, 14de-16de eeuw, met fraaie toren, bevat merkwaardige grafmonumenten, muurschilderingen en schilderijen; krocht van de 11de eeuw, met het graf van St Guido, tot wien een levendige devotie bestaat, vnl. bij de koetsiers. Het begijnhof, gesticht in 1252, is thans folkloremuseum. Het gemeentehuis in Vlaamse Renaissance dateert van 1879; het Erasmushuis van 1515 werd den humanist gewijd, die er verbleef van 1517-1521.
L. DE WACHTER
Lit.: Van Damme, Het verleden van Anderlecht (Anderlecht 1932); VandenBerghe, A. door de eeuwen heen (Brussel 1938); Michel, A., l’église St-Pierre, le pèlerinage à St-Guidon (Kortenberg 1911); Van der Rit, Etude ... sur l’église souterraine d’A. (Zoutleeuw 1934); Erasmus-huys 1515-1932, catalogus (Anderlecht 1932); Marinus, Au temps d’Erasme (Bruxelles 1939).