is het zout van zwavelzuur en ammoniak, en wordt door de landbouw als meststof verlangd. In de ammoniakfabrieken wordt daarom dit zout gevormd.
Men onderscheidt daarvoor twee methoden: 1. de droge methode, waarbij in het gas ammoniak door een centrifuge verdund zwavelzuur wordt uiteengeslagen tot heel kleine druppeltjes, de ammoniak vormt hiermede ammoniumsulfaat, de warmte, welke hierbij ontstaat, doet het water verdampen en het ammoniumsulfaat valt als fijn poeder op de bodem. Hier wordt het opgeveegd en verzameld. Het wordt dan door water bevochtigd, waardoor grotere kristallen kunnen worden gevormd. De massa wordt nu achtereenvolgens geleid door drogers (granulatoren) naar trieurs, een inrichting met zeven, waarop grotere stukken dan 1 .5 mm worden teruggevoerd door brekers, en stof, kleiner dan 0.5 mm, tot vóór de bevochtiging in het bedrijf wordt gebracht, terwijl de kristallen van 0.5-1.5 mm als product worden afgeleverd. Het ammoniumsulfaat bevat nog een weinig overmaat zuur (0.02 pet). Deze wijze van bereiding van ammoniumsulfaat is van Fauser en wordt in de fabriek te Sluiskil gevolgd.
Echter volgt men te Lutterade de natte methode, door in verdund zwavelzuur ammoniak te leiden. Men krijgt dan grotere kristallen van 0.5-2 mm, waarom de boeren in Nederland vragen. Men moet nu, om de kleuring van het zout door ijzer, chroom of aluminiumzouten tegen te gaan, het zuur op 6 pet overmaat houden. Dit heeft men belangrijk kunnen verminderen door phosphorzuur toe te voegen, waardoor men 1.5 pet overmaat zuur nodig heeft. De corrosie wordt hierdoor belangrijk verminderd. Het uitgekristalliseerde zout wordt gecentrifugeerd en gewassen, gedroogd, waarna het ook door de trieur gaat als boven bedoeld.
Statistiek
Gegeven is, dat de capaciteit van de fabrieken te IJmuiden is, in 1936: 16500 ton stikstof, te Sluiskil 58 500, te Lutterade 60 000 ton stikstof per jaar, samen 135 000 ton. De producten van de fabriek te IJmuiden zijn: ammoniumsulfaat en calciumnitraat, te Lutterade: ammoniumsulfaat, „nitrochaux”, een korrelig mengsel van kalk en ammoniumnitraat, „ammonsalpeter”, een mengsel van ammoniumnitraat en klei in korrelvorm, beide met 20.5 pet stikstof, terwijl de fabriek te Sluiskil slechts ammoniumsulfaat in korrelvorm produceert. Bijgaande grafiek geeft een overzicht van het verbruik van de stikstof in Nederland gedurende de jaren 1922-1934. Men ziet dat de chilisalpeter afneemt, ammoniumsulfaat sterk toeneemt tot 1932, dan weer afneemt door het toenemen van de ammonsalpeter, dat de Staatmijnen te Lutterade in productie hadden genomen.
Gebruik:
Wordt ammoniak voor het grootste deel gebruikt als meststof — en dan in de vorm van bovengenoemde zouten, — daarnaast wordt hij als grondstof gebruikt in de industrie voor de salpeterzuurbereiding, in de sodabereiding volgens Solvay, in de teerkleurstoffenindustrie, in de ververij, door schilders, enz. De vloeibare ammoniak wordt zo goedkoop, dat hij als oplosmiddel meer en meer ingang vindt, zelfs wordt hij gebruikt voor de bereiding van waterstof, als brandstof voor verbrandingsmotoren, voor koelinstallaties, enz.
IR DR A. L. VAN SCHERPENBERG.