noemt men de in verscheidene talen voorkomende ridderromans rondom de figuur van den held Amadís. De oorsprong van hun prototype, de ridderroman Amadis de Gaula is duister.
De oudste bekende uitgave, in de Spaanse taal, is die van 1508 (Zaragoza), waarin vermeld staat dat Garci-Rodriguez (latere edities vermelden hem als Garci-Ordónez) de Montalvo, de eerste drie boeken (van de vier, waaruit het werk bestaat) gecorrigeerd en het vierde vertaald en verbeterd heeft. Echter vinden wij bij Spaanse schrijvers reeds in het midden van de 14de eeuw melding gemaakt van het bestaan van de roman. Volgens Portugese bronnen zou het oorspronkelijk in die taal zijn geschreven, vermoedelijk door zekeren Joao de Lobeira (eind 13de eeuw). Ook de bronnen zijn duister. Er is ontegenzeglijk invloed van de Bretonse ridderromans, vooral van de Tristan. De Franse i6de-eeuwse vertaler Herberay des Essarts beweerde, dat het oorspronkelijk in het Frans was geschreven, de Portugese literator Braga ziet de oorsprong in een heiligenlegende, die in Galicië of Noord-Portugal moet zijn ontstaan.Amadis is een held van nobel karakter, het prototype van den ridder; zijn avonturen zijn fantastisch en in hoge mate onwerkelijk. De Spaanse maatschappij van de 15de en 16de eeuw gloeide van bewondering voor hem en stelde vooral zijn moed, zijn kuise, standvastige liefde voor Oriana en zijn trouw aan zijn vorst op hoge prijs. Hoewel de handeling niet in Spanje speelt („Ganli” is vermoedelijk Gallië, sommige plaatsnamen zijn duidelijk Engels van oorsprong), ademt het werk een bij uitstek Spaanse sfeer. De grootsten van hun tijd, de Heilige Theresia, Ignatius van Loyola, de Franse koning Frans I, Willem van Oranje behoorden tot de hartstochtelijke lezers van het boek.
Montalvo, verleid door het succes van zijn bewerking, liet er een 5de boek op volgen: Las sergas de Esplandidn (1510), dat de avonturen van Amadis’ zoon beschrijft. Die van den neef van den held beschreef Péez de Ribera in het 6de, de Florisando (1510). In 1514 verscheen het 7de boek, Lisuarte de Grecia, vermoedelijk van de hand van Felicianode Silva, waarin de heldendaden van dezen kleinzoon van Amadis worden besproken. Het 8ste behandelt de avonturen van denzelfden Lisuarte onder de titel Lisuarte y la muerte de Amadis (1526). De schrijver Juan Diaz liet hier tot grote spijt van het lezerspubliek Amadis als ouden man sterven. Feliciano de Silva laat hem echter in het gde boek, Amadis de Grecia, hijo de Lisuarte (1530?) weer herleven. De hoofdpersoon van dit werk is Amadis’ kleinzoon: Amadis de Grecia, el caballero de la ardiente espada. Hierop liet Silva, als 10de boek zijn Don Florisel de Niquea (1532) volgen en als nde Don Rogel de Grecia. Het 10de boek bestaat uit twee delen en Don Rogel (1535) vormt er een derde stuk van, terwijl zelfs nog een vierde stuk in 1551 verscheen, 29 jaar later dan de eerste twee stukken van „Don Florisel”. Pedrode Luj&n liet in 1546 een 12de Amadls-roman verschijnen: Don Silves de la Selca. Bijna de gehele reeks werd in het Frans en ook in het Nederlands vertaald. De Italiaanse vertaler Mambrino Roseo da Fabriano, vervaardigde er nog zes dikke delen bij, elk op zichzelf zo groot als de hele Amadis de Gaula oven den ridder Sferamundidi Grecia (1558-1565). In 1558 schreef Bernardo Tasso zijn Amadigi, een gedicht in honderd zangen, elk van 500 à 600 verzen, waarin de geschiedenis van Amadis de Gaula is verwerkt. Herberay des Essarts vertaalde Amadis de Gaula in het Frans (1540-1556) en achtereenvolgens verschenen ook de meeste van de talrijke vervolgboeken in die taal. De Franse bewerkingen dienden weer als origineel voor de Nederlandse (15981624) en Engelse, hoewel de eerste twee Nederlandse Amadís-boeken gedeeltelijk direct naar het Spaans zijn vertaald (1598). De Duitse bewerkingen zijn naar het Frans en naar het Italiaans. Starter dramatiseerde in zijn Dardide (1621) een van de Amadis-romans; het voorbeeld van S. D. Questiers’ Griecxen Amadis (1633) vindt men in de Amadis de Grecia. Philippe Quinault’s Amadis (tragedie) was de tekst van een opera en werd in 1687 door Th. Arends in het Nederlands vertaald.
Voor den modernen lezer is Amadis uitsluitend bekend door de persiflage in Cervantes’ Quijote, die immers, naar Cervantes zelf voorgaf, werd geschreven om aan de roem van de ridderromans een einde te maken. Bij het onderzoek in Don Quichots boekerij door den pastoor en den barbier (dl I, hfdst. 6) wordt echter de Amadis de Gaula, in tegenstelling met zijn vervolgen, niet ten vure gedoemd.
Uitg. Amadis de Gaula, Bibl. de Aut. Esp. t. XL.
MR DR J. A. VAN PRAAG
PROF. DR C. F. A. VAN DAM
Lit.: E. Baret, De 1Amadis de Gaule et de son influence sur les moeurs et la littérature au XVIe et au XVIIe siècle (2de druk) (Paris 1873) ; Juan Valera, Sobre el A. de G. in Obras, XXIV, blz. 169-219; M. Menéndez y Pelayo, Origenes de la novela, t. I, (Madrid 1905) (blz. CXCIX-CCXLVIII) ; Grâce S. Williams, The Amadis-question (Revue Hispanique, XXI, 1909, blz. 1-167); H. Thomas, Spanish and Portuguese Romances of Chivalry (Cambridge 1920); H. Vaganay, Amadis en français, essai de bibliographie et d’iconographie (Florence 1906).