(Cedarburgh, Wisconsin, 9 Jan. 1870 - Peiping 20 Mrt 1946), studeerde geologie en palaeontologie aan de M.I.T. te Boston van 1892-1896 en aldaar aan de Harvard University, waar hij in igoo promoveerde. Van 1892-1900 was hij verbonden aan het museum van de Boston Society of Natural History, van 1899-1901 aan het Rensselaer Polytechnic Institute en van 1901-1919 aan de Columbia universiteit (New York), waar hij in 1905 tot hoogleraar benoemd werd.
Zijn Duitse sympathieën — hij was van Duitse afkomst — waren in Wereldoorlog I oorzaak dat hij in 1920 naar China vertrok, waar hij hoogleraar werd aan de universiteit te Peking en chef-palaeontoloog van de Chinese geologische dienst. Hij was, behalve een voortreffelijke palaeontoloog, ook een toonaangevende stratigraaf.Bibl.: (voornaamste werken): Principles of Stratigraphy (1913); A Textbook of Geology (1921); The Rhythm of the Ages, Earth History in the Light of the Pulsation and Polar Control Theories (1940).
Lit.: H. W. Shimer, Memorial to Am. W.
Grabau, Proc. Geol. Soc. America, Ann.
Report for 1946, pp. 155-166, 1947.