(vaak ook geschreven : Saragossa), hoofdstad van de gelijknamige Spaanse provincie (17616 km2 met in 1940 530 225 inw.) en vroegere hoofdstad van Aragón, op 184 m boven zeeniveau, met (1950) 248300 inw., ligt aan de rechteroever van de Êbro, die hier rechts de Huerva en links de Gallego opneemt, en is kruispunt van spoorwegen aan de lijn Madrid - Barcelona. Behalve het gedeelte dat na de verwoesting door de Fransen (1808-1809) werd gebouwd, bestaat Zaragoza uit nauwe, onregelmatige straten.
De stad wordt doorsneden door de brede Calle del Coso, in het midden waarvan de Plaza de Constitución ligt. Behalve vele kerken is ook het Castillo del Aljaferla (thans kazerne, militaire gevangenis en arsenaal), dat uit de 11de eeuw dateert, in de mudéjar-stijl (z mudejaren) gebouwd. Hier werd de H. Elisabeth, de latere koningin van Portugal, in 1271 geboren. Het gebouw werd vergroot in de tijd van de Katholieke koningen.
De kathedraal San Salvador (La Seo, de „zetel” van de bisschop) werd gebouwd van 1119-1530, achtereenvolgens in de Romaanse, Gothische en mudéjarstijl, met grote koepel uit het begin van de 16de eeuw, toegeschreven aan Enrique de Egas, en met een in 1685 door de Italiaan Contini ontworpen achthoekige toren.
De Nuestra Señora del Pilar of de Virgen del Pilar, de tweede kathedraal van Zaragoza (1681) staat op de plaats van een kleine kapel, hier door de H. Jacobus ter ere van de H. Maagd opgericht. De enorme kerk met haar tien met azulejos beklede koepels en grote middenkoepel is gebouwd naar ontwerp van Herera en zijn opvolger Rodriguez. Inwendig dient de rijkversierde kapel van Nuestra Senora del Pilar vermeld te worden; op het hoogaltaar der kerk vindt men een zeer fraai albasten laat-Gothisch retabel, vervaardigd door Damian Forment (1505-’ 15).
In het museum, gebouwd op de plaats van een Spaans-Franse tentoonstelling in 1908, onderscheiden wij een archaeologische afdeling en een afdeling schilderijen.
De stad is een centrum van handel en industrie (voorheen: leer, wol, zijde en hoeden; thans suiker, chocolade, meel en -producten, leer, metaalwaren en glas). Zaragoza is de zetel van de kapiteingeneraal van Aragón, van een aartsbisschop en van een Hof van Appèl.
Zaragoza was, als Keltisch-Iberische Salduba een stad der Ilergeten. Augustus vestigde er in 27 v. Chr. een volksplanting, die hij Caesarea Augusta noemde, waarvan de huidige naam is afgeleid. In 255 komt de eerste bisschop van Zaragoza voor. In 712 werd de stad door de Moren veroverd en in 1118 kwam zij door Alfonsus I weder onder de heerschappij der Christenen. In 1317 werd het bisdom in een aartsbisdom veranderd.
Bij de stad werd 20 Aug. 1710 het Franse leger verslagen, zodat Karel III van Oostenrijk tijdelijk naar Madrid kon oprukken. Tijdens de Franse overheersing onder Napoleon verweerde Zaragoza zich in 1808 en 1809 buitengewoon standvastig tegen Jozef Bonaparte, maar moest ten slotte zwichten. In de Carlisten-oorlog behoorde Zaragoza tot de partij der Cristinos.
Lit.: A. en P. Gascón de Gotor, Z. artistica, monumental e historica (Zaragoza 1890); A. Magana y Soria, S. monumental (Zaragoza 1919); T. Reyes Barandiarán, Historia sintética de Z. (Zaragoza 1928); R. del Arco, Z. histórica (Zaragoza 1928).