beroemd Joods schriftgeleerde, werd omstreeks het jaar 50 geboren in de streek van Lydda(?) — Z.W.-Palestina — in een milieu van landelijke onwetendheid; hij stierf omstreeks 132 de martelaarsdood als de meest gevierde schriftgeleerde van zijn tijd. Hij is van geweldige invloed geweest op de ontwikkeling van het rabbijnse Jodendom.
Tot zijn tijd waren de onafzienbare en onoverzichtelijke massa’s van stof, die golden als interpretatie en als aanvulling van de wetten der Schriftelijke Leer (Thorah), overgeleverd zonder vaste principes van indeling of volgens uiterlijke formalistische gezichtspunten. Akiba begon deze stof te groeperen volgens categorieën van de inhoud — bijv. landbouwwetten, huwelijkswetten, offerwetten enz. — en legde daarmee de grondslagen voor het systeem van de twee geslachten later geredigeerde Misjnah. Vermaard onder zijn tijdgenoten, maar ook bestreden, was zijn virtuoze exegetische techniek, die aan iedere door hem overtollig geachte letter van de Bijbeltekst — gewoonlijk niet anders dan uitingen van het levende Hebreeuwse taalgebruik — de afleiding van wetsvoorschriften en ethische vermaningen wist vast te knopen. Akiba geloofde in de mogelijkheid de tempel en een onafhankelijke Joodse staat te herstellen door een gewapende opstand tegen de Romeinen: hij nam ijverig aandeel in de voorbereiding van de oorlog van Bar Kochba. Vele zijner uitspraken weerspiegelen zijn nationale gezindheid, andere wellicht zijn democratische, anti-patricische opvattingen. Zijn romantische ontwikkelingsgang, zijn huwelijk, zijn gezag bij zijn leerlingen en het heldendom van zijn martelaarschap gaven spoedig het aanzijn aan velerlei legenden.Lit.: W. Bacher, Die Agada der Tannailcn I2 (Strassburg 1903) blz. 263-342; L. Finkelstein, Akiba, Scholar, Saint and Martyr (New York 1936); A. Guttmann in Hebrew Union College Annual XVII, Cincinnati (i942-43), blz. 395-421.