of Astolf, koning der Longobarden, regeerde van 749-756 na de gedwongen troonsafstand van zijn broeder Rachi, onder druk van de antibyzantijnse partij. Evenals zijn voorganger trachtte hij zijn gebied uit te breiden ten koste van het Byzantijnse Rijk en van het pauselijk bezit; zo veroverde hij het Exarchaat met Ravenna (Juli 751) en deed zich krachtig gelden in de hertogdommen Benevento en Spoleto.
Paus Stephanus II, voor de veiligheid van Rome beducht, riep Pepijn, koning der Franken, te hulp. Deze verscheen in 754 en belegerde den vorst der Longobarden in Pavia. Hij brak het beleg op, toen hij van Aistulf voldoende beloften met betrekking tot de pauselijke Stoel had ontvangen. Toch trok de Longobard, die ook als Ariaan een vijand van den paus was, in 755 met zijn soldaten naar Rome, maar zag zich, door Pepijn aangetast, gedwongen afstand te doen van al zijn veroveringen (z kerkelijke staat). In Nov. of Dec. 756 stierf Aistulf door een val van zijn paard op de jacht.Lit.: L. M. Hartmann, Geschichte Italiens im Mittelalter, II-2 (Gotha 1903).