of Ainoe (= mens) is de naam van een volk, dat eens de Japanse archipel van Formosa tot Sachalin bewoonde. Door de Japanners teruggedrongen, bewonen ze nu slechts het noordelijke deel van Jesso, een gedeelte van Sachalin en de zuidpunt van Kamsjatka.
Zij onderscheiden zich zowel in ras als cultuur van de Japanners. Door de anthropologen worden zij wel tot het Europide ras gerekend, terwijl zij speciaal met de Wedda-achtige rassen verwant schijnen. Kenmerkend is voor hen de zware baardgroei, die hen wel zeer van de hen omringende Mongoolse volken doet verschillen. Het hoofdmiddel van bestaan is jacht en visserij. Hun jachtwapens zijn speer, zwaard en pijl en boog, waarbij zij de pijlpunten wel met gift bestrijken. Zij jagen in hoofdzaak op herten en beren. De visvangst wordt zowel op zee als op de visrijke rivieren beoefend. In de Aino-cultuur zijn elementen van zeer verschillende herkomst te herkennen. Zowel met de Indonesische cultuurwereld als met die der op het vasteland wonende Oost-Siberische volken vertoont zij overeenkomsten, terwijl de eeuwenlange overheersing door de Japanners natuurlijk ook invloed heeft gehad. Deze laatste invloed is door het opdringen van de Japanners naar het N. steeds groter geworden en zo hebben vele Aino’s hun oude levenswijze veranderd, werken o.a. in loondienst bij de Japanners en worden steeds meer gejapanniseerd. De kleding der Aino’s, die voor mannen en vrouwen nagenoeg niet verschilt, bestaat uit boomschors of dierenvellen. Hun huizen zijn armoedige, uit riet vervaardigde hutten op palen en in de winter blokhutten met een enigszins in de grond ingegraven vloer. Het snijwerk van de mesheften, zwaardscheden en pijlkokers geeft getuigenis van grote vaardigheid in de houtbewerking. De afkomst van moederszijde is van groter betekenis dan die van den vader, hetgeen o.m. uitkomt in het feit, dat bij een huwelijk het jonge paar vaak zeer lang bij de ouders van de vrouw blijft wonen. De godsdienst is het geloof in geesten, terwijl ook de verering van de beer van betekenis is. Ieder jaar wordt het grote berenfeest gevierd. Door het overmatige drankgebruik (saké of rijstbrandewijn) is de gezondheidstoestand van het volk slecht en dit veroorzaakt een langzaam uitsterven.PROF. DR H. TH. FISCHER
Lit.: J. Batchelor, Ainu life and lore (1927); G. Montandon, La civilisation Ainu et les cultures arctiques (1937); L. Sternberg, The Ainu Problem. Anthropos XXIV (1929).