Russisch eiland in de Zee van Ochotsk, tegen de oostkust van het Aziatische vasteland gelegen, met omliggende eilanden groot ca 75.400 km2, lang 1000 km, 40 tot 160 km breed. Het eiland telt waarschijnlijk ca 400.000 inw., waarvan meer dan de helft Japanners (ondanks het feit, dat grote groepen Japanners na Wereldoorlog II uit het tot op dat tijdstip door hen bezette zuidelijke deel werden gerepatrieerd).
Over de lengte van het eiland lopen twee beboste bergruggen, welke tot boven 1900 m stijgen. Het klimaat is vochtig, met een grote jaaramplitude in temperatuur. De hoofdstad, tevens havenstad, is Alexandrovsk aan de westkust. Naast visvangst en bosbouw vindt de bevolking een bestaan in het winnen van olie (in het N.) en steenkool. Tegenwoordig worden door de Russen grote militaire werken aangelegd. Tot 1907 was er een uitgebreide strafkolonie, welke een zeer slechte reputatie genoot.
Het eiland werd in 1875 door de Russen van de Japanners overgenomen, in ruil voor de Koerillen. Na de Russische nederlaag in 1905 verwierf Japan het zuidelijk deel, dat door hen in 1945 weer werd afgestaan. Immigratie van boeren uit Europees-Rusland wordt door de Sovjetregering bevorderd.Lit.: M. Funke, Die Insel S. (1904); M. Müller, Karaputo in: Petermanns Mitt. 1916; N. B. Arkhipov, The Far Eastern Area (New York 1926); M. Schwind, S. (1942).