is de naam van twee pausen.
Agapitus I
(Heilige), een Romein, werd in 535 tot die waardigheid gekozen en reisde in 536, door Theodahad, koning der Oost-Goten, gedwongen, naar Constantinopel,om de vrede tot stand te brengen tussen dien koning en keizer Justinianus, wiens veldheer Belisarius in Italië was doorgedrongen. Het doel van zijn tocht werd verijdeld, doordien koning Theodahad inmiddels meer tot de oorlog begon over te hellen. Hij bewerkte gedurende zijn verblijf te Constantinopel, dat de patriarch Anthimus bij den keizer van Eutychiaanse ketterij verdacht, veroordeeld en uit zijn ambt ontzet werd. Agapitus I overleed tijdens zijn verblijf te Constantinopel, 22 Apr. 536. Zijn feestdag is in de Latijnse Kerk 20 Sept. en de Griekse 17 Apr.
Agapitus II
eveneens een Romein, droeg de pauselijke kroon van 946-955. Hij riep den Duitsen keizer Otto I te hulp tegen de dwingelandij van Berengarius II, die zich tot koning van Italië had opgeworpen. Wegens de strijd van Hugo, den zoon van graaf Herbert van Vermandois, en den monnik Arnold, om het aartsbisdom van Reims, belegde hij een kerkvergadering te Ingelheim, waar Otto I en Lodewijk IV van Frankrijk tegenwoordig waren. Hugo werd in de ban gedaan. Deze paus heeft zeer geijverd voor de uitbreiding van het Christendom in het Noorden.
Lit.: L. Duchesne, Liber Pontificalis II (1892); id., L’église au Vle siècle, 1925, p. 146 vlg.; id., Liber Pontificalis I (1886).