(1) is een brief afgezonden door dengene, die op een ander een wissel trekt en behelzende het bedrag, de order (de naam van hem, aan wien de wissel gesteld is), de betalingstijd en de naam van hem, op wiens rekening de getrokken som moet worden gesteld. Trekt de afgever van de wissel voor eigen rekening, dan wordt den betrokkene verzocht, de wissel te zijnen (des afgevers) laste te honoreren.
Wordt de wissel voor rekening van een derde getrokken, dan maakt men hiervan melding in de adviesbrief en men verzoekt, het bedrag op rekening van dien derde te stellen. Een adviesbrief is van belang voor den ontvanger met het oog op zijn mogelijke verplichting tot acceptatie (zie art. 127c W.v.K.) en omdat hij daardoor gewaarschuwd wordt, de nodige gelden in kas te hebben. Daarenboven is zulk een brief tevens een bewijs voor de echtheid van de aangeboden wissel en stelt hij den betrokkene in staat de handtekening van den trekker te verifiëren. Verg. F. G. Scheltema, Wissel- en chèquerecht, 3e druk, blz. 241.Ook een credietbrief wordt somtijds voorafgegaan door een adviesbrief aan dengene, die zich met de betaling moet belasten.
(2) of advies heet in de handel in het algemeen ook een brief waarbij documenten worden toegezonden.
