Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Aanmonstering

betekenis & definitie

is de aanmelding door een zeeman ter beschrijving in de monsterrol van een schip, d.w.z. in de authentieke, door de betrokkenen medeondertekende, staat der bemanning ervan. Wie hierop voorkomt, behoort tot de bemanning van het schip; anders niet.

Over de leden der bemanning bezit de kapitein een groter gezag dan over de andere opvarenden; te hunnen aanzien staan hem zekere tuchtmaatregelen ten dienste, die hij op de anderen niet mag toepassen, en komt hem een beperkt recht van bestraffing toe.De aanmonstering voor NEDERLANDSE schepen geschiedt in Nederland als regel ten overstaan van den waterschout, buiten het Koninkrijk ten overstaan van den Nederlandsen consul, in Indië voor den havenmeester, in Suriname voor den commissaris van politie; in Curaçao is de toestand ietwat onzeker. Hoe voor Indische, Surinaamse en Curaçaose schepen in Nederland moet worden gemonsterd, bepaalt een K.B. van 22 Aug. 1939, S. 244; voor andere niet-Nederlandse schepen wordt in Nederland gemonsterd volgens de nationale wet ervan.

Zij, die niet als kapitein monsteren, moeten, om de monsterrol te kunnen tekenen, een monsterboekje overleggen, dat hun staat van dienst ter zee vermeldt, en een bewijs van gezondheid; en voor zover zij monsteren ingevolge een gesloten arbeidsovereenkomst, hetgeen bijna steeds het geval is, ook een acte hieromtrent. Zie verder hierover R. P. Cleveringa, Het nieuwe zeerecht, 3e druk, blz. 215-230.

In BELGIË is het, volgens art. 14 van de wet van 21 Aug. 1879 °P de zeevaart en binnenvaart, de taak van den kapitein, de bemanning van het schip samen te stellen, alsmede de matrozen en andere scheepslieden te kiezen en te huren; hij doet dit na overleg met de eigenaars, wanneer deze zich ter plaatse bevinden of aldaar vertegenwoordigd zijn door gemachtigden. Dit is een van de grote verplichtingen van den kapitein voor het vertrek. Deze aanwerving of recrutering door den kapitein, hetzij rechtstreeks hetzij door tussenkomst van plaatsingskantoren verricht (art. 10 van de wet van 5 Juni 1928 houdende regeling van het aanwervingscontract der zeelieden) is het voorspel tot de aanmonstering zelve, en meteen de eerste phase in het tot stand komen van het aanwervingscontract.

De aanmonstering, zijnde de tweede phase, is een formaliteit bestaande uit de inschrijving van den zeeman door den waterschout, of door den Belgischen consul, wanneer het schip in den vreemde vaart, op de monsterrol van het schip. Tot deze inschrijving wordt overgegaan in de burelen van den waterschout of van den consul, en uitzonderlijk ook aan boord van het schip, op voorlegging door den kapitein van de lijst der zeelieden welke aangeworven werden, en na vertoon van het aanwervingscontract in dubbele uitgifte. De voorgelegde lijst vermeldt voor eiken zeeman: naam, voornamen, plaats en datum van geboorte, het stamboeknummer dat hij bij zijn eerste aanwervingscontract verkregen heeft bij de immatriculatie op het stamboek van den waterschout, zijn hoedanigheid aan boord en zijn woonplaats (art. 13 van de wet van 5 Juni 1928). De schout ziet bij de inschrijving na of de voorwaarden vervuld zijn van leeftijd en gezondheid, of de zeeman vrij is van elk welkdanig ander aanwervingscontract enz. Door de inschrijving van de naam van den matroos op de monsterrol krijgt dan het afgesloten contract kracht van wet. Het is dus een uitzondering op de gewone contracten, vermits de overheid er kracht aan geeft. Een expeditie van het aanwervingscontract, geviseerd door den waterschout, wordt gehecht aan de expeditie van de aan den kapitein afgeleverde monsterrol (art. 13, 5e al.).

Art. 14 voorziet echter de mogelijkheid dat, na afsluiting van de monsterrol, de aangemonsterde zeelieden zouden verstek doen, en laat daarom den kapitein toe, bij uitzondering en indien er haast mee gemoeid is, in hun vervanging te voorzien zonder tussenkomst van den waterschout of consul, doch mits inachtneming van de voorschriften der van kracht zijnde reglementen. Nochtans mag de vervanging alleen geschieden tot beloop van ¼ van de bemanning.

< >