Gepubliceerd op 13-09-2018

Kelk

betekenis & definitie

KELK, m. (-en), wijd uitloopend glas of beker op hoogen voet wijnkelk; (inz.) de beker, die bij het H. Avondmaal en de Mis gebruikt wordt;

den kelk des lijdens drinken, veel rampspoed ondervinden;
— (plantk.) bloembekleedsel, zie aldaar;
— kelkvormige bloem, winde, convolvulus; de plant, die zulke bloemen voortbrengt. KELKJE, o. (-s).