Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Frederik willem

betekenis & definitie

Frederik willem - naam van verschillende koningen van Pruisen.

F. W. I (1713—1740). geb. 1688, werd in 1713 koning van Pruisen. Hij reorganiseerde geheel en al het binn. bestuur, zoodat er een einde kwam aan den invloed van de Raden en de macht van een familieregeering. Door hem is ’t Pruisische leger gevormd, waarbij algemeene dienstplicht werd ingevoerd (1733). Landbouw en nijverheid werden bevorderd. Onder hem is ’t rijk uitgebreid met een deel van Spaansche Opper-Gelre (zie VREDE VAN UTRECHT), Rügen.

Usedom. Wollin, Sfrahlsund en Stettin (zie VREDE VAN STOCKHOLM). Ten einde de machtsuitbreiding van Oostenrijk tegen te gaan verbond hij zich met Engeland en Frankrijk (verdrag van Herrenbausen 172B). Hij stierf 31 Mei 1740.

F. W. II (1736—1797), gcb. 1744, werd in 1786 koning van Pruisen. Hij stond onder invloed van zijne maitresse de gravin van Lichteveen en zijn gunstelingen Bisschop Werder en Wöllner. Door den laatste Werd de uitvaardiging van een edict bewerkt, waarbij de censuur op de drukpers werd verscherpt en de streng orthodoxe richting in de kerk werd bevorderd (1788).

In 1787 mengt F. W. zich in de binn. aangelegenheden van Holland, waardoor hulp van de Pruisen Willem V wordt hersteld (zie NEDERLAND). Met Oostenrijk voert hij in 1791 oorlog tegen Frankrijk (zie REVOLUTIEOORLOGEN en FRANKRIJK), met welk land in 1796 vrede wordt gesloten. Onder F. W. wordt ?t rijk uitgebreid met Ansbach, Baireuth, OostPruisen, Zuid-Pruisen, Dantzig en Thorn, waartegenover staat verlies aan land bewesten den Rijn. (Zie POOLSCHE DEELING). Hij stierf 16 Nov. 1797.

F. W. III (1797—1840), geb. 1760, komt in 1797 aan de regeering. De vrede met Frankrijk bewaart hij tot 1806, wanneer hij onder invloed van zijn vrouw Louisa en van min. Hardenburg den oorlog aan Napoleon verklaart. Nadat de Pruisen en vervolgens de Pruisisch-Russische troepen herhaald, lijk verslagen waren, was F. W. genoodzaakt den vrede van Tilsit te sluiten (Juli 1807. Zie PRUISEN), waarbij hij alleen Pommeren, Pruisen, Leipzig en Brandenburg behield. In de volgende jaren wordt het bestuur en ’t leger gereorganiseerd door Stein, Scharnhorst en Hardenberg. Onder druk van de bevolking gaat F. W. in Maart 1813 er toe over zich met Rusland te verbinden tegen Napoleon. Aan den daarop volgenden veldtocht nemen de Pruis, troepen een werkzaam aandeel.

Bij ’t congres van Weenen wordt de Pr. staat niet alleen in den vroegeren omvang hersteld, maar nog uitgebreid met deelen van Saksen, Hessen en Lotharingen. (Zie PRUISEN). Zijn belofte in 1813 gegeven om een grondwet af te kondigen is F. W. niet nagekomen. Allerlei hervormingen worden evenwel in het bestuur ingevoerd door de min. Hoffmann, Holtz, Nagier en Altenstein, waardoor in den tijd van F. W. de moderne Pr. staat is gevormd. In de jaren 1819 tot 1836 kwamen allerlei verdragen met verschillende Duitsche staten tot stand, waardoor alle verbonden worden door een Tolunie (zie ZOLLVEREIN). In zijn laatste regeeringsjaren kwam F. W. in botsing met de Kath. kerk (Zie PRUISEN). F. W. stierf 7 Juni 1840.

F. W. IV (1840-1861), geb. 1815 komt in 1840 aan de regeering. Na lang geweifeld te hebben, stelt hij in 1847 een Algemeene Statenvergadering in, maar weigert zijn macht te laten beperken door een grondwet. Hiermede neemt ’t volk geen genoegen en in Maart 1848is F. W. genoodzaakt een grondwet af te kondigen. In 1849 wordt de Volksvertegenwoordiging aan den kant gezet en vaardigt de regeering een kieswet uit, waarbij het drie-klassen-kiesrecht wordt ingevoerd (zie PRUISEN). Nadat in 1849 het Frankfortsche pari. was ontbonden, vatte F W. het plan op een eenheid van de Duitsche staten tot stand te brengen. Hij sluit een verbond met Saksen en Hannover (Dreikönigsbündniss 26 Mei 1849), dat uitgebreid wordt door toetreding van meer staten, maar waaruit Saksen en Hannover spoedig treden.

Een nieuwe rijksdag wordt er gekozen, welke in Maart 1860 te Erfurt bijeenkomt. Wanneer Pruisen zich wil mengen in de Hessische aangelegenheden (zie HESSEN), dreigter oorlog te komen met Oostenrijk, waarop F. W. het verdrag sluit van Olmütz (Nov. 1850), waarbij hij afziet van alle plannen tot een Unie der Duitsche staten. Eveneens onttrekt Pruisen zich aan de Sleeswijk-Holsteinsche aangelegen heden (zie SLEESWIJK-HOLSTEIN). In het binn. bestuur zegeviert in de jaren na 1860 de reactie. In 1867 komt F. W. onder regentschap van zijn vrouw Elisabeth en zijn broer Wilhelm; die in 1868 het bewind aanvaardt als regent. In 1861 (2 Jan.) na den dood van F. W. IV aanvaardt Wilhelm de regeering als koning.

< >