Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Stockholm

betekenis & definitie

Stockholm - hoofdstad van Zweden, gebouwd aan het O. einde van het Mälar-meer aan een inham der Oostzee, Saltsjön en op de talrijke daarinliggende eilanden, die onderling door bruggen verbonden zijn. Zoowel door haar ligging als door haar bouw is het een der mooiste steden van Europa met een prachtige natuurlijke haven, die ’s winters met eenige moeite ijsvrij te houden is. De cijfers van den import zijn hooger dan die van Göteborg; in export staat het echter bij deze stad ten achter. De industrie is er zeer omvangrijk; metaal- en machine-nijverheid staan bovenaan (o.a. electr. apparaten), verder ook vele bierbrouwerijen.

De oudste deelen der stad liggen op de eilanden Staden en Riddarholmen (± 1255 ommuurd); pogingen om nieuwe wijken op den vasten wal te bouwen, mislukten aanvankelijk tengevolge van eenige belegeringen door de Denen, die de nederzettingen weer vernielden. Pas in de 17de eeuw komt een tijdperk van duurzamen bloei door de opkomst van den Zweedschen Oostzeehandel en de grondvesting van het Z.-W. Oostzeerijk. Toch was S. toen nog slechts een stad van 15.000 inw., welk getal thans tot meer dan 400.000 is aangegroeid. Voor den aanleg van nieuwe straten moet men vaste rots laten springen. Zooals de meeste Scand. steden is S. meermalen door groote branden geteisterd, het laatst in 1855; sedert heeft men echter de stad in steen herbouwd. De oudste deelen zijn nog altijd de centra van het stadsleven; daar zijn ook de regeeringsgebouwen, het Kon. paleis en de beroemde Biddarholmskerk met haar 90 M. hooge gietijzeren spits en haar merkwaardige architectuur. Het eiland Djurgarden is voor S., wat voor Parijs het Bois de Boulogne is.