Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

helpen

betekenis & definitie

(’helpən) (hielp, heeft geholpen)

1. hulp verlenen : iemand aan of bij zijn werk -; iemand met geld -. Gez. daar is geen aan, daar is niets aan te doen; ik kan het niet -, kan er niets aan doen; zo waar helpe mij God almachtig, eedformule. →: hand, handtast, hoogte. Syn. →: bijspringen.
2. helpen om iemand in een zekere toestand te brengen: iemand aan een betrekking -. →: bed, been, brand, brood, dreef, droom, einde, galg, grond, stro, wal, war, wereld.
3. in een winkel bedienen : wordt u reeds geholpen?
4. vinden, straffen : ik zal ze wel -.
5. baten : het geneesmiddel heeft niets geholpen; dat zal niets, veel -; kinine helpt tegen koorts.
6. zich -, zelf doen wat er gedaan kan of moet worden : help uzelf, zo helpt u God; zichzelf door de wereld →: kant.