Definities van Agrarisch Encyclopedie in de Ensie Z
- Zakput
- Zakwater
- Zalacca edulls REINW
- Zalvig
- Zamelrecht
- Zand
- Zandbaan
- Zandblad
- Zandcultuur
- Zanddek
- Zanddekcultuur
- Zanddiluvium
- Zanddoddegras
- Zanderig
- Zanderijgronden
- Zandfractie
- Zandgrond
- Zandhaver
- Zandleemstreek
- Zandloopkevers
- Zandoer
- Zandrits
- Zandsteen
- Zandverstuiving
- Zandwikke
- Zantedeschia
- Zavel
- Zavelen
- Zavelgrond
- Zea mais
- Zea-type
- Zebu
- Zechstein
- Zedelijke lichamen
- Zeeajuin
- Zeealsem
- Zeeastergezelschap
- Zeeden
- Zeedistel
- Zeef
- Zeefkast
- Zeefplaat
- Zeefvat
- Zeefvatenziekte
- Zeeg
- Zeehond
- Zeeklei
- Zeeklimaat
- Zeekool
- Zeekraal
- Zeeltuig
- Zeep
- Zeepkruid
- Zeepnoten
- Zeeuws paard
- Zeeuwse eg
- Zeeuwse methode
- Zeeuwse tarweteelt
- Zeewind
- Zeezand
- Zegge
- Zeis
- Zelfbestuiving
- Zelfbinder
- Zelfcompatibel
- Zelffertiel
- Zelfincompatibel
- Zelfkazers
- Zelfsteriel
- Zelfvergiftiging
- Zelfvoeder
- Zelkova
- Zelnering
- Zemelen
- Zenith
- Zenobia
- Zenuw
- Zenuwaandoening
- Zenuwstelsel
- Zeolieten
- Zetboer
- Zetmeel
- Zetmeelkorrels
- Zetmeelmais
- Zetmeelschede
- Zetmeelwaarde
- Zetmes
- Zetten
- Zetter
- Zetting
- Zetveld
- Zeug
- Zeugenhok
- Zeugenkooi
- Zeuzera
- Zeven
- Zevenslaper
- Zevenwouden
- Zichten
- Zichtje