1. (tuinb.) De term z. wordt in sommige streken gebruikt in plaats van enten.
2. (bosb.) Afwisselend naar links en rechts buigen van de tanden van een zaag, ten einde te voorkomen dat deze in de zaagsnede gaat klemmen. Het z. geschiedt met het zetijzer of de zettang, bij machinale zagen met veel tanden gewoonlijk met een zetmachinetje.