salak, fam. Palmae, is een nagenoeg stamloze, sterk uitstoelende, stekelige palm, tweehuizig, vruchten spits eivormig, met bruine, harde schubben, dakpansgewijs dekkend.
Vruchtvlees geelwit, zuurzoet. Zaden bruinzwart. Z- groeit in vochtig milieu in schaduw, bij hoge grondwaterstand of veel regen. Vermeerdering uit zaad, soms van zijscheuten. In een aanplant behoeven voor de bestuiving slechts enkele (J planten voor te komen. Geschikt voor de laagvlakte tot 500 m boven zee (z. Erfcultuur).