Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Gepubliceerd op 11-11-2022

Afweertoverij

betekenis & definitie

Wie aan kwade geesten, demonen, heksen, vampiers en aan de mogelijkheid van magische bestrijding gelooft, bedenkt verdedigings- en afweermaatregelen. Door de eeuwen heen is daarin veel fantasie en hersenarbeid geïnvesteerd:

Esdoornhout dat in deuren en drempels is geslagen, verhindert ‘dat de heks huis of stal binnengaat’. Het esdoornhout geldt als anti-demonisch.

Men moet bedelaars de verlangde aalmoes geven om beschut te zijn tegen het boze oog.

Luthers recept tegen de duivel die ‘de melk reeds in het lichaam van de koe stal’, het zogenaamde ‘kunstje van dr. Pommers (Bugenhagens)’. Men moet de duivel ‘met viezigheid bestrijden. Toen van zijn (Bugenhagens) koeien melk gestolen werd, trok hij snel zijn broek naar beneden en deed zijn behoefte in een kom melk en roerde het om met de woorden: “Opvreten, duivel!” Daarna werd er nooit meer melk van hem gestolen.’ In het algemeen worden tegen demonen onwelriekende zaken aanbevolen. Ze kunnen net zomin tegen menselijke uitwerpselen als tegen sterk geurende planten (look, duizendguldenkruid e.a.).

Het dragen van amuletten (zie aldaar).

As strooien, mee insmeren of doorslikken. ‘Vooral de as afkomstig van een religieus feest geldt als zeer werkzaam.’

De demoon voor een onoplosbare taak stellen, bijvoorbeeld een touw uit zand draaien, een wind vangen, kroeshaar gladstrijken, et cetera. Of hem te bevelen het huis te mijden ‘tot alle vogels in de lucht, alle grassprietjes in de weide, alle wurmen in de grond, of alle bladeren aan de bomen geteld waren’.

Twee bijlen gekruist op de drempel van de voordeur leggen. Onafhankelijk van het kruisteken gelden ijzer en staal sedert lang vervlogen tijden als magische afweer en bescherming tegen demonen.

Als men op pinksterochtend met blote voeten door het bedauwde gras loopt, ‘dan is men het gehele jaar vrij van hekserij’.

Armen en benen voor het inslapen kruisen.

Het bloed van een zwarte hond op de deurpost smeren.

Het vee tegen boze toverkrachten beschermen door brandnetels in de stal op te hangen (oud huismiddel).

Brood en zout zijn betrouwbare afweermiddelen tegen alle plaaggeesten en andersoortig kwaad. Volgens Grimm (Deutsche Mythologie)

deed men brood en zout in de luiers van kinderen.

Voor het ei van een zwarte kip neemt de duivel de benen.

Een ezelskop op het dak zetten. De Romeinen wilden zich daarmee tegen alle kwade krachten beschutten. Bovendien is volgens de legende de ezel het enige dier waar de bliksem geen vat op heeft.

• Vet beschermt tegen betovering, in het bijzonder ‘mensenvet’,

‘maagdenwas’, ‘honden- en kapoenenvet’, maar ook buffel-, beren-,

herten-, zwijnen- en slangen vet.

• Lentefeesten (het ontsteken van vuren, lawaaierige optochten, et cetera).
• Aan kettinggekletter hebben, zoals aan alle herrie, levende doden een hekel.
• Aan huis- en staldeur drie kruisen met gewijde kolen bevestigen.
• Een spook zonder hoofd vlucht als men deze met water overgiet.
• Krijt beschermt tegen het kwaad (was een wijdverbreid bijgeloof).

Bijzonder geliefd waren kruisen van krijt als teken van bescherming, of het trekken van een krijtlijn als magische grens, die ‘zelfs de sterkste machten niet konden overschrijden’.

• In de antieke oudheid geloofde men dat koper alle betovering tenietdeed. ‘Het beschermt vooral vee en boter tegen heksen.’
• Klokgelui (zie kettinggekletter).
• Lavendel geldt in Toscane als middel tegen het boze oog.
• Verminking van lijken (spietsen, onthoofden) zodat tovenaars, vampiers en zware misdadigers niet terug kunnen keren.
• De duivel kan niet tegen fel licht. Van Napoleon is bekend dat hij ‘uit gewoonte of uit angst in alle vertrekken dag en nacht licht liet branden’.
• Majoraan in bed houdt de geesten ver weg.
• Enige mierikswortel in de portemonnee beschermt tegen druïden, heksen en woedende honden.
• Maretakken verdrijven mens-vijandelijke demonen.
• Maanzaad houdt boze geesten tegen, omdat het ze niet lukt erlangs te komen zonder de zaadjes te gaan tellen.
• Volgens een oud-IJslands geloof is een spook machteloos ten opzichte van een naakte man, ‘daarom zal men zijn kleren uittrekken als er een spook verwacht wordt’.
• Een kaars tijdens Pasen verijdelt alle duivelse plannen.
• ‘Een oud wagenwiel beschermt tegen kwade machten’, daarom ziet men vaak wagenwielen voor huizen en schuren staan, en ook op daken.
• Geesten en duivelse gedaanten zijn in het algemeen niet zo slim, evenmin als het nachtspook. Daarom zet men zijn schoenen neer met de punten naar de deur gericht. ‘Het gaat erom de demonen in verwarring te brengen door ze te laten geloven dat men vertrokken is.’

Driemaal spuwen verjaagt de duivel.

Over het nut van de takken van de kruisbes werd in 1543 in het New Kreuterbuch geschreven: ‘Men zegt ook dat de takken van de kruisbes voor deur en venster gelegd allerlei betoveringen en vergiftigingen verdrijven. De doornen zorgen ervoor dat niemand binnen bij de spullen kan komen en ze beschermen de tuin tegen allerlei betoveringen en vergiftigingen.’

Twee verschillende kousen beschermen tegen beheksing. Volgens het Zeitschrift des Vereins für Volkskunde (nr. 4/1894) beoogt dit misleiding van kwade geesten, ‘deels ook door de merkwaardige gewoonte van bewoners van het eiland Sylt om bij de eerste kerkdienst een groene en een rode kous en bij de daaropvolgende dienst een groene en een gele kous te dragen, en deels vanwege een manier van lopen die aan die van de kieviet doet denken’.

Onschuldigen houden monsters en demonen op afstand: ‘De akker is beschut tegen heksen, als na het inzaaien een onschuldig kind over het land heeft gelopen.’

Rond Salzburg weet men: ‘Eikenbladeren en jeneverbes /Daar houdt de duivel niet van.’

Demonen houden van drek en vuil, ze haten water, en wijwater zet ze volledig buitenspel.

Wit is de meest beschermende kleur. ‘Drie witte geschenken, zout, meel en eieren, verdrijven de alf (natuurgeest); drie witte aalmoezen die aan de eerste de beste bedelaar gegeven worden, behoeden moederkoe en kalf.’

Ook alsem geldt als anti-demonisch middel. Luther voer in zijn tijd al uit tegen het bijgeloof om de wieg met bloesem van de kurkeik uit te roken of te versieren, ‘om ervoor te zorgen dat de duivel het kind niet omwisselt’.

Roken tast de gezondheid aan, maar verdrijft ook gnomen en spoken. Sigarenrook is optimaal.

Alruin, → Amulet, → Boze oog, → Duivel, → Exorcisme, → Geesten, → Heksen, → Hoefijzer, →Hoofdkussen, → Pentagram, → Rozenkrans, → Teer, → Vampier, → Zout.

< >