Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Gepubliceerd op 11-11-2022

Duivel

betekenis & definitie

Lucifer was een engel, de mooiste van allemaal, de lichtbrenger, maar toen hij zich van God afkeerde, werd hij verbannen naar de hel, waar hij vanaf het begin aanvoerder was van alle kwade geesten. Als vorst van deze wereld heeft hij de macht om God tegen te werken (antichrist),

mensen te verleiden, tot hij aan het einde der tijden definitief terecht wordt gesteld. In 1215, tijdens het vierde Lateraans concilie, werd verkondigd dat er waarachtig een duivel bestond. De christelijke duivel was echter niet de eerste. In vroegere religies en mythen had hij al vele voorgangers gehad, zoals de Etruskische onderwerelddemoon Charu of de Egyptische god Seth.

In deze wereld is het kwaad niet te overzien, en de personificatie, de duivel (of satan, Beëlzebub, diabolos, Baphomet, Mephisto, Abbadon), trekt door de eeuwen en millennia een zwavelspoor door talloze gelovige en bijgelovige verhalen, mythen, preken, spreekwoorden en uitdrukkingen. Zoals: de duivel is los; hij is van de duivel bezeten; het is alsof de duivel ermee speelt; hij heeft zijn ziel aan de duivel verkocht; hij zal van de duivel dromen; ledigheid is des duivels oorkussen; de duivel te slim af zijn; de duivel met Beëlzebub uitdrijven; hij vloekt de duivel uit de hel; de duivel is oud; wie de duivel aan boord neemt moet met hem varen; hij grijnst als de duivel tegen het morgenrood. Ook in sprookjes, sagen en legenden is hij present: met horens, bokkenpoten (net als de Griekse natuurgod Pan); met diverse gezichten en staarten; gesymboliseerd door een slang, een leeuw, een draak; neemt de gedaante aan van de meest diverse, meestal zwarte, dieren; met hinkepoot en vleermuisvleugels, maar ook als elegante, aantrekkelijke jager gekleed in een groene of rode wambuis. Zonder duivel geen Faust van Goethe, geen Demonen van Dostojewski, geen heavy metal-muziek van Black Sabbath, geen pact met de duivel, geen Rode Duivels, geen heksen, geen duveltje uit het doosje.

Wat Nietzsche alreeds stelde (‘God is weerlegd, de duivel niet’), pakt Der Spiegel op in een titelverhaal in december 1996: ‘God is dood, satan Duivel 75 niet.’ De kerk van satan, satansculten, Sympathy for theDevil wereldwijd, de duivel lijkt het gemaakt te hebben.

Meister Crowley (1875-1947), de bekendste en beruchtste occultist van de twintigste eeuw (‘Ga je gang maar’), wordt door alle satanskringen nagevolgd. Crowley had niet alleen in typen zoals Charles Manson, die met zijn groep tussen 27 juli 1969 en 9 augustus 1969 acht moorden in naam van de duivel pleegde, consequente leerlingen gevonden, andere elementen van zijn leer spelen ook een rol bij een tijdsverschijnsel dat onder het trefwoord satanskinderen of jeugdoccultisme steeds weer in het nieuws kwam: ‘Wij geloven in Lucifer, in het kwaad, in een duivel, in bloed’ - ‘Moordproces tegen jeugdige satanist’; ‘Ze gaan naar begraafplaatsen en graven lijken op, ze verkrachten meisjes tijdens rituelen en terroriseren kerkgemeenschappen: jonge satanisten praktiseren steeds ongeremder hun duistere cultus’ - zo luiden enige berichten van onder andere Associated Press.

Wat voor de een in een zwaar vergrijp eindigt, blijft bij de ander beperkt tot een voorbijgaande vrijetijdsbesteding met de gewenste provocatieve neveneffecten onder het motto ‘de duivel is vet’, ‘de hel is lang niet zo saai als de hemel’; de werkelijke drijfveren voor deelname aan serieuze duivelse praktijken zijn moeilijk in te schatten.

Radulf Glaber, een monnik uit de elfde eeuw, zegt de duivel hoogstpersoonlijk te hebben ontmoet. Dit portret heeft hij overgeleverd: ‘Hij had een normaal postuur, pikzwarte ogen, grote neusgaten, dikke, vooruitstekende lippen, een terugwijkende kin, een bokkenbaard, behaarde spitse oren, een hondengebit, een spits toelopende schedel en een bevend achterwerk.’

Bij de benedictines Hildegard von Bingen (1098-1179) verscheen hij in een droom: ‘Een dier met een afschuwelijk hoofd, gitzwart, met gloeiende ogen, ezelsoren en een wijd opengesperde muil met ijzeren hoektanden en scheurkiezen.’

De angst die een vampier heeft voor knoflook is te vergelijken met de angst die de duivel heeft voor wijwater. Ludwig Börne beveelt in Fragmente und Aphorismen een ander wapen aan: ‘Luther had het begrepen, toen hij de duivel de inktpot naar zijn kop smeet! Slechts voor inkt is de duivel bang, alleen daarmee kan men hem verjagen.’

Tegenwoordig zijn de kansen voor een ontmoeting met de duivel gering, de dichter Friedrich Rückert had waarschijnlijk tweehonderd jaar geleden al gelijk: ‘De duivel heeft de wereld verlaten, daar hij weet, / De mensen maken zelfs in de hel elkander heet.’

Exorcisme, → Heksen, → Koekoek, → Koe, → Psychose, → Rockmuziek, → Schoorsteenveger, → Varken.