Ruikt penetrant, maar wordt juist daardoor als de geëigende afweer beschouwd van dood en duivel, zombie en demoon. Volgens vroegere onderzoekingen op het volkskundige vlak bracht men op Sint-Jansdag voor zonsopgang met een teerkwast drie kruisen op de staldeur aan, waardoor de tovenaar en de heksen geen macht over het vee konden uitoefenen.
In sommige streken tekende men met teer een kruis op de koppen van koeien, als ze voor het eerst naar de weide gedreven werden; ook smeerde men ze teer in de muil.Nadat het lange tijd zonder resultaat als middel tegen de pest ingezet was (eenvoudigweg steeds maar weer in een met teer of gele wagensmeer gevulde emmer staren), probeerde men er de tering en geelzucht mee te behandelen: ‘Bij teringpatiënten brengt men in de kamer een bak met scheepsteer, die men geleidelijk aan boven een kaars of olielamp laat verdampen.’
→ Afweertoverij, →Maagzuur, → Volksgeneeskunde.