Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

zien

betekenis & definitie

1. Zeer frequent in toep. waar in de standaardt. thans kijken gebruikt wordt.

Officiéél aangesteld worden om den baas te spelen, dat ging hem opperbest: daarvoor wou hij nogal wat uit zijn oogen zien, PEETERS 1931, 93.

Kalle Lies staat er nog meer van te zien dan de anderen, CLAES 1933, 59.

Hadden we toen maar naar onze leiders geluisterd en ’t werk neergelegd... maar neen, we moesten de kat uit den boom zien! WACHTERS 1946, 143.

De heer Brulot ... keek ondervragend op, terwijl in de kamer van Martin ... de deur van binnen op slot werd gedraaid. Wat was dat? Niemand dorst gaan zien, ELSSCHOT 1960, 27.

Laat de grote mensen maar naar de schilderijen zien, ik amuseer mij intussen wel op het tapijt, Gazet v. Antw. 6/7/1977.

- Gaan, zitten te zien naar -, gaan, zitten te kijken naar.

’s Anderendaags ging ik met mijn vrienden naar de plaats zien, waar mijn vader met de drie koningen had gesproken, LIA TIMMERMANS 1962, 15.

Naar die Processie gingen wij altijd zien, LIA TIMMERMANS 1962, 66.

Zo zat hij ’s Zaterdagsmorgens gewoonlijk aan een cafétafeltje in Den Eykenboom, het oud rederijkerslokaal, naar de markt te zien, LIA TIMMERMANS 1962, 161.

U kan er, zoals onze foto-criticus vorige week schreef, gaan zien naar een «Vlaanderen dat op sterven ligt», Gentenaar 30/5/1977.

- In de verb. kom zien, kom een kijkje nemen, kom kijken; ook: kom dat zien.

De slaapkamer van het nieuwe jaar in blauwe daimstof ... Ongelooflijk - Kom zien, Shopping (ed. Antw.-Z.) 9/12/1976.

Al dan niet in TS-uitvoering? Het antwoord zit binnenin. Kom zien, ik verwacht u, Annoncenblad 7/1/1977, p. 18.

Kom zien ... ’t is de moeite. Open-deur 4-5-6-7 mei, Klokje 27/4/1978.

2. (N)iets te zien hebben met e.d., (n)iets te maken hebben met.

We zouden de eerste Europese triplexuitzending maken. Zo’n uitzending heeft niets te zien met het door knutselaars zo geliefde materiaal, V. D. VELDE 1964, 104.

Als nu later zou blijken dat hij inderdaad niets te zien heeft met de moord op de president, dan kan hij klacht neerleggen in geval van mishandeling, VAN REMOORTERE 1965, 72.

De DDR heeft, zoals verwacht, met klem ontkend ook maar iets te zien te hebben met de inval in Sjaba, zoals door Kinsjasa beweerd was, Gazet v. Antw. 4/5/1977.

3. (Iem.) gaarne zien, veel houden van.
4. Gezien zijn, beetgenomen, bedrogen, gefopt, bij de neus genomen zijn; ge zijt gezien, jij bent de klos, de sigaar.

Ik hoor zeggen dat er hier en daar nieuwe maatjesharing verkocht wordt. De mensen geloven dat natuurlijk, we zijn immers in het seizoen van de maatjes. Maar de mensen zijn „gezien”, er is nog geen nieuwe haring - de echte bedoel ik, ge weet wel de „groene haring” zoals ze zeggen. Dat kan ook niet, heel eenvoudig omdat de vloot niet eens uitgevaren is, Gazet v. Antw. 20/5/1978.

Dus voetganger en fietser, wees niet bescheiden, maar zorg ervoor dat je in de kijker loopt, anders ben je gezien! Voetgangers 1978, 5.

Afl.: ziendelijk, kunnende gezien worden, toonbaar (Dagenlang was de Jorre bij zijn vriend gaan helpen om die zijn herberg terug wat ziendelijk te krijgen, DE RIDDER 1966, 60).