Scheldn. voor een domme, dwaze vrouw; - ook: klappei, kletswijf.
- Zie ook de dialectwdb. en WNT VII, 1007.
Twee dagen op het kasteel bij Vrouw Odile gaan werken ... . Zo staat zij nu daar. Aan de spoelbak. De onnozele kalle, TEIRLINCK 1951, 1, 63.
Luister toch, dwaze kalle: de schoolmeester heeft het afgeneusd in ’t kantoor van den notaris, - ’t staat er zwart op wit, STREUVELS 1964, 107.