Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

kat

betekenis & definitie

In enkele uitdr., zegsw. die in de standaardt. niet voorkomen: nu komt (gaat, zit) de kat op de koord e.d., nu hebben we de poppen aan het dansen, nu gaat het spel beginnen, nu begint de moeilijkheid enz.

Wat niet belette dat ik hem eenmaal, toen zijn slor digheid wat al te zeer de spuigaten uitliep, bedreigde een briefje mee te geven voor vader. ... Maar toen kwam de kat voorgoed op de koord: huilen, roepen, schreien, snotteren, PEETERS 1931, 125.

Ik bied mij aan voor 12 u. en 45OCC. wordt afgenomen. Tot hier alles O.K. maar nu komt de kat op de koord. Te 14 u. stel ik mijn direktie op de hoogte teneinde een dag verlof te kunnen bekomen. Wordt gewoon afgewezen, Gazet v. Antw. 19/4/1977.

Massale valpartij met veel gevloek en weinig schade, maar de kat zat op de koord. Hoe men er binnen de drie sekonden van op de hoogte geraakt, dat één van de groten bedolven ligt onder de fietsen en de lichamen, zal wel altijd een van de geheimen in het peloton blijven, Gazet v. Antw. 11/7/1977.

- Andere katten te geselen hebben e.d., andere dingen aan zijn hoofd hebben, andere dingen te doen hebben.

Soms gebeurde het nog wel eens dat ik hem even zag en hij mij heel vriendelijk groette; ... maar er waren telkens zooveel katten te geeselen in mijn leven, dat dit alles enkel losse gebeurtenissen waren, PEETERS 1931. 84.

Ik was liefst meteen naar ons stamcafé opgestapt, maar mijn vriend had nog even een andere kat te geselen. En namelijk een paar woorden te plaatsen bij de opening ener expositie, BOON 1977, 149.

- Een kat een kat noemen e.d., geen blad voor de mond nemen, rondweg voor iets uitkomen, er geen doekjes omwinden, het kind bij de naam noemen (gall., naar fr. appeler un chat un chat).

Zeg, hoe Jij voor jezelf het ziet, wat jijzelf voelt, wat je verlangt, wees duidelijk. Laat je partner niet te veel raden naar je bedoelingen, dikwijls kom je dan bedrogen uit. Noem een kat een kat, Vrouw en Wereld juni 1976, p. 36.

- Dat weet ons kat ook, dat begrijpt iedereen, dat is vanzelfsprekend.

Afl./Sam.: kattin (Wdl.), (wijfjes)kat, poes; ook: kat- tig vrouwspersoon (Door het denneboschke komt zwarte Purre, de kattin van Kalle Lies, ... aangedribbeld, CLAES 1933, 64); - kattekop, (elektr.) fitting (met schroefdraad) waaraan twee contrastekkers zitten, plugfitting; ook: stekker waarin 2 of 3 andere kunnen gestoken worden, dubbelstekker; katoog, rode reflector op het achterspatbord van een fiets (of een auto) (in de standaardt. wel: reflector op de weg) (Op het achterspatbord van zijn fiets heeft Jan een katoog geplaatst, GALLE 1967, 95).