Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

hoogdag

betekenis & definitie

1. (R.-K.) Kerkelijke feestdag;

- zijn hoogdag houden, de kerkdienst bijwonen (op een kerkelijke feestdag), inz. met Pasen: te biechten gaan en de communie ontvangen;
- een hoogdag wensen;

- (meton.) extra zakgeld ter gelegenheid van een kerkelijke feestdag: zijn hoogdag krijgen.

Het huis op de Vogelenzang is nog vóór Pasen opgetrokken,... en na Pasen mogen de stukadoors komen. De hoogdagen zijn voor de jonge Jeroens gelijk een gat in de hemel. Zij weten met hun vrije tijd geen weg, TEIRLINCK 1952, 1, 113.

Deze hoogdag werd vroeger als een oogstfeest aangevoeld. Nu komt hij meer in de vakantiesfeer....

De Tenhemelopneming van Onze-Lieve-Vrouw brengt je een groet uit de hemel, Kerk en Leven (ed. Mechelen) 12/8/1976, p. 3.

Donderdag 4 mei, hoogdag van Ons Heer Hemelvaart, zal de feestklok luiden in onze parochie, want dan is het de schone, gewijde dag van de Eerste heilige Communie, Kerk en Leven (ed. Boom) 27/4/1978.

2. Feestdag in ’t alg.: dag waarop iets gevierd wordt, waarop een feestelijke bijeenkomst plaatsheeft enz.; ook: bijzondere dag.

De zondag was dé hoogdag voor hem. De enige dag dat hij vrij was en van dewelke hij kon genieten als niet één, DE RIDDER 1966, 5.

Dat de grote Vlaams-nationale hoogdag een nieuwe bloeiperiode tegemoetging, Gazet v. Antw. 4/7/1977.

De wind blies maandagavond ijselijk koel rondom de torens van St.-Jacobs, maar muzikaal beleefde het pleintje een absolute hoogdag, Gentenaar 20/7/1977. Hoogdag voor fiets en trein tussen Lier en Heist, Gazet v. Antw.

Enkele weken geleden was het weer een hoogdag voor de Willebroekse muziekakademie. Er werden namelijk 4 regeringsmedailles... uitgereikt, Gazet v. Antw. 22/12/1977.

Ook o.a.: Limburg 31/8/1976. Volksmacht 3/12/1976, p. 8.

Afl.: hoogdaags, feestelijk (Wanneer de koster van Welriekende nu ook door het gedrang zijn loopje waagt, wordt hij in de hoogdaagse stemming opgenomen, TEIRLINCK 1952, 2, 3); hoogdagen, een zalige hoogdag gaan of komen wensen: de kinderen moeten nog komen hoogdagen.