Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

weten

betekenis & definitie

1. Gevolgd door een infin.-constr. (zonder te): zien, meemaken; veelal weer te geven met: weten dat -;

ik heb nooit weten beweren, ik heb nooit horen beweren dat -.

Michaël, die nu reeds maanden in de woning van dezen laatste verbleef en er zijn maaltijden nam, had menigen avond den drukkersgezel aan den disch geweten, VAN HEMELDONCK 1945, 120.

Ik heb nooit weten beweren dat bij kloostereenzaamheid menschenvervreemdheid dreigt, VAN HEMELDONCK 1945, 23.

Hij heeft ook Sus de Paus weten optreden onder het nachtverblijf voor arme dakloozen, VAN LOOY 1945, 12.

Het is daarna met een gevoel van verlichting dat hij Mak Jeroen ... weet aankomen, TEIRLINCK 1952, 2, 55.

Nooit heb ik haar iets weten lezen buiten haar kerkboek, LIA TIMMERMANS 1962, 14.

2. In de verb. geweten zijn, (ge)raken, bekend zijn, raken, in de bet.: kennis hebben van -, op de hoogte zijn van -, van iets af weten; - soms bep.: alom bekend, overal rondverteld zijn. (Gall., naar fr. être connu).

Toen achteraf het gebeurde toch uitkwam, alles geraakt geweten al moeten de kraaien het uitbrengen, was Lemmens reeds naar oorden waar hij minder op een slecht blaadje stond dan in het Schipperskwartier, de vrije lucht gaan inademen, VAN LOOY 2945, 51.

Fien beging de dwaasheid dat te vertellen aan de bevriende gebuurvrouwen Trees Goris en Mieke Gevers, en zo was het ook ’s anderdaags door de ganse Bovenrij geweten, CLAES 2950, 74.

En ’t is geweten, eieren zijn de beste waarborg voor

een voordelige kookkunst, Vrouw en Wereld dec. 1975, p. 30.

Dat de militaire en burgerlijke oorlogsslachtoffers ... voorrang hebben voor het bezetten van zitplaatsen in de treinen of de bussen van de N.M.C.S. is vrij algemeen geweten, Volksmacht 3/22/2976, p. 26.

Ook Belgische artsen sturen patiënten naar hem en zelfs doktersnamen komen op de patiëntenlijsten voor, maar dat mag niet geweten zijn, Gazet v. Antw. 5/6/2977.

Het is niet geweten waarom de twee Turken elkaar bevochten, Gentenaar 3/8/1977.

Een Bruggeling waarvan alleen geweten is dat hij lid is van de autorenstal heeft zich bij de politie te Brugge gemeld enz., Nieuwsblad 18/4/1977.

De wagen brandde volledig uit, en op dat ogenblik was er nog niets geweten omtrent de identiteit van de slachtoffers, Gentenaar 18/4/1977.

Of het uiteindelijk zover zal komen is nog niet geweten, maar het is alleszins een feit dat de hele beweging tijdens de Europafeesten een flinke knauw heeft gekregen, Gazet v. Antw. 30/7/1980.

Of Lierse hem zal aanwerven is niet geweten. Dat de insiders er al lang niet zoveel meer in zien is wel zeker, Gazet v. Antw. 30/7/1980.

3. In enkele minder frequente toep.: (iets) beweren; - (wederk.) zich bekend, geliefd, eenzaam weten e.d., weten dat men ... is (of wordt) (vgl. fr. se savoir aimé enz.).

Als training voor zijn Pomerol-trip loopt Jef al maanden te voet naar zijn bureau in Brussel. Dat is gezond en veel prettiger dan met de overvolle tram, weet hij, Gentenaar 27/7/1977.

Nu al een paar jaren geleden leefde Antoon de kunstschilder in ons stadje vrijwel heel alleen onder de vlag van het nonfiguratieve. Hij wist zich zeer eenzaam, BOON 1977, 9. Brtappeltaart