Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZÜRICH

betekenis & definitie

(1), Zwitsers kanton, beslaat een oppervlakte van 1729,1 km2. Het aantal inw. bedraagt (1950) 777 002.

Uit het Z.O. gedeelte (het Oberland) rijzen de St Galler en Schwyzer Voor-Alpen met de Schnebelhorn (1295 na) op. Op dit gedeelte volgt het Wijnland (Winterthur-Schaffhausen), dat afdaalt naar het Unter- of Bauernland (Bülach). Tussen Pfannenstiel (853 m) en de Albisketen (918 m) ligt het dal van het Züricher Meer en de Limmat, ten W. daarvan het Knonauer Amt. De totale oppervlakte cultuurgrond bedraagt 1563,3 km (1950). De landbouw, evenals in de overige delen van Zwitserland ten behoeve van de veeteelt beperkt, is in de omstreken van het Zürichermeer in tuinbouw overgegaan. Verder is er veel ooft- en wijnbouw. De zuivelveeteelt is zeer belangrijk.

Zürich is het voornaamste nijverheidsgebied van Zwitserland: zijden en katoenen stoffen, machines en electro-technische toestellen enz. De stad Zürich is een druk verkeers- en handelscentrum. Naast de hoofdstad Zürich is Winterthur een belangrijke plaats. Het onderwijs staat er op een hoge trap. Er zijn o.a. een technikum (te Winterthur) en een universiteit en een Technische Hogeschool (te Zürich).

(2), hoofdstad van het Zwitserse kanton Zürich, ligt in een dal tussen de Uetliberg en de Zürichberg, aan beide zijden van de Limmat, op de plaats, waar deze het Meer verlaat, nabij de mond der Sihl en is middelpunt van spoorwegen, handel en industrie waarvan de zijde-, katoen- en machine-industrie de belangrijkste zijn. Bij de stad ligt ook het belangrijkste Zwitserse vliegveld. De Grote Stad, op de rechteroever van de Limmat tegen de Zürichberg, heeft nauwe en steile straten, de Kleine Stad, op de linkeroever van deze rivier voor het grootste deel in het dal gebouwd, heeft brede nieuwe wijken. Beide zijn door bruggen verbonden. Tot de belangrijkste gebouwen behoren: de Grossmünster, een eenvoudige, op pilaren rustende basiliek uit de 12de en 13de eeuw, met twee onvoltooide, in 1778 met achthoekige kappen gedekte torens, in welk gebouw Zwingli met zijn hervormingswerk begon (sedert 1851 staat op de plaats van de kruisgang een meisjesschool), de Fraumünster, een Gothisch gebouw uit de 13de eeuw, de kerk der Augustijnen, de St Pieterskerk, waaraan Lavater gedurende 23 jaar verbonden was, en de Predikherenkerk, verder de kantonnale bibliotheek, het Rathaus (1698), de gerestaureerde Waterkerk met de stedelijke bibliotheek, het Zwinglimuseum en het monument voor Zwingli aan de zuidzijde.

Voorts zijn te noemen het stadhuis, het postkantoor, de beurs, vele bankgebouwen, het concertgebouw, de Urania (een particuliere sterrenwacht) en een groot station. De Technische Hogeschool, in 1864 naar een ontwerp van Semper voltooid, met een prachtige vestibule, omvat vele afzonderlijke gebouwen, evenals de kantonnale universiteit. Zürich werd in 1893 en later weer met vele buitengemeenten tot één gemeente verenigd; het aantal inw. bedraagt (1951) 393 000. De stad is tevens een centrum van kunsten en wetenschappen. Er is verder een school voor bos- en landbouw, een kantonschool, een museum voor Zwitserse oudheden, een botanische tuin, een museum voor schilderijen en beeldhouwwerk, een gebouw voor kunst en is de zetel van de kantonnale regering.

Geschiedenis

Zürich heette in de Romeinse tijd Turicum. In 929 wordt het voor het eerst als stad genoemd, die zich in de 13de eeuw zelfstandig maakte. Sinds de arbeidersopstand van 1336 werd een democratische constitutie ingevoerd. In 1351 werd een Eeuwig Verbond gesloten met de Woudkantons. Nu breidde de stad ook haar gezag over een groot territorium in de omgeving uit, bij welke politiek haar eigenbelang haar van 1436-1450 dreef tot een bondgenootschap met Oostenrijk. Sedert 1519 was Zürich middelpunt van de Zwitserse Hervorming (z Zwingli). Daarna werd de oude democratische regeringsvorm meer en meer vervangen door een aristocratische.

In 1798 verloor Zürich zijn onderworpen gebied. Tot 1803 was de stad ingelijfd bij de Helvetische republiek, maar bij de Bemiddelingsacte werd zij met haar platteland weer een zelfbesturend kanton. In 1869 werd een democratische grondwetsherziening doorgevoerd. Door de grote stedelijke annexaties van 1893 en 1934 is de invloed van de stad op de regering van het kanton weer toegenomen.

Lit.: Bluntschli, Staats- und Rechtsgesch. der Stadt und Landschaft Z. (2 dln, 1856); K. Dändliker, Gesch. d. Stadt und des Kantons Z., 3 dln (1908-12); Schulthess, Kulturbilder aus Z.s Vergangenheit (1930); H. Wölfflin e.a., Z., Gesch., Kultur u. Wirtschaft (1933); E. Winkler, Da., Stadtbild Z. im Wandel der Eingemeindungen (1939); A.

Largiadèr, Gesch. d. Stadt u. Landschaft Z., 3 dln (1945); E. Hermann e.a., Ein Jahrhundert Z., 2 dln (1947); P. Klaui, Z., Gesch. der Stadt und des Bezirkes (1948).

< >