Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZIEKENHUIS

betekenis & definitie

is een gebouw of een gebouwencomplex, waarin zieken opgenomen en behandeld worden.

Reeds in de Oudheid waren er inrichtingen, die wij als voorlopers der hedendaagse ziekenhuizen kunnen beschouwen, hoewel zij niet de speciale doelstelling der latere ziekenhuizen hadden. Zo waren er bij de oude Hindoes door de gemeenschap onderhouden gebouwen voor zieke reizigers en dieren; ze werden in de 3de eeuw v. Chr. door koning Asoka uitgebreid en verbeterd en fungeerden tevens als geneeskundige hogescholen. De Grieken bezaten hun tempels van Asklepios, hun gasthuizen voor armen, vreemdelingen en zieken en kenden zelfs een soort van polikliniek het iatrion. De Romeinen hadden in navolging der Grieken tempels voor de genezing van zieken; bij deze militaire staat bestonden reeds vroeg lazaretten en hospitalen voor soldaten en slaven (valetudinaria). De eerste Christenen gaven het aanzijn aan toevluchten voor daklozen, reizigers en zieken (xenodochia), aanvankelijk in de huizen der bisschoppen, later in daaraan gebouwde vleugels en galerijen, waar een zeer grote gastvrijheid werd aangekweekt en onderhouden. Op deze wijze ontstonden de ziekenhuizen, de nosocomia. Bekend zijn de in ca 368 door Basilius, bisschop van Caesarea, gestichte en naar hem genoemde hospitaalstad; het door Fabiola in 390 gestichte eerste openbare hospitaal in Rome; dat van Mazona, in het tegenwoordige Merido in Spanje (580), en het door keizer Alexius in Constantinopel gebouwde ziekenhuis, dat plaats bood aan 11 000 personen.

Van de 5de eeuw af bloeiden de grote kloosterhospitalen, terwijl ook de ridderlijke en wereldlijke orden en de gilden haar ziekenhuizen kregen. Tot de oudste ziekenhuizen in West-Europa behoren het Hótel-Dieu te Lyon (543), dat te Parijs (ca 650), het Santo-Spirito hospitaal te Rome (ca 700) en het St. Bartholomew’s hospitaal te Londen (1123). Ook de Mohammedaanse landen bezaten grote hospitalen, die het Westen als medische leerscholen tot voorbeeld dienden. Hoewel de geest in deze oude ziekenhuizen oorspronkelijk van gastvrijheid, menslievendheid en toewijding getuigde, voldeden bouw en inrichting van deze naar de trant der paleizen en kathedralen ontworpen scheppingen niet in het minst aan de tegenwoordige eisen. Wel werden in sommige hospitalen de patiënten reeds ingedeeld op afzonderlijke zalen naar de aard hunner verschijnselen en werden ook bepaalde gestichten bestemd voor hen, die aan één speciale ziekte leden.

Een voorname plaats in deze laatste categorie namen de leprozerieën in, waarvan de 13de eeuw er ca 19 000 kende. Langzamerhand geraakten vele hospitalen in verval en heersten er tijdenlang ongelofelijke toestanden in de ziekenhuizen. Ook ten aanzien van bouw en inrichting ontwikkelden zich geheel nieuwe denkbeelden, eensdeels als gevolg van nieuwe wetenschappelijke inzichten ten aanzien van verpleging en behandeling, anderdeels geïnspireerd door de eisen van economie, onderwijs en locale omstandigheden. Deze geheel uiteenlopende, soms tegenstrijdige belangen maakten het zoeken naar een goed ziekenhuisproject niet gemakkelijk en waren oorzaak dat verschillende systemen werden ontworpen en toegepast.

Naast het zgn. bloc-systeem past men tegenwoordig bij de bouw ook het corridor- en het paviljoensysteem toe, even vaak echter een combinatie dezer bouwwijzen, waarbij de voordelen van centralisatie van het eerstgenoemde stelsel verenigd worden met die der decentralisatie van de andere. Bij het bepalen van het bouwsysteem zullen, naast persoonlijke opvattingen omtrent doelmatigheid en aesthetica, de vereiste grootte van het ziekenhuis en de aard der te behandelen ziekten, de sociale draagkracht der patiënten en diverse plaatselijke omstandigheden alle een min of meer overwegende rol spelen.

Men kan uit economische overwegingen de ziekenhuisverpleging voor een bepaald rayon centraliseren in enkele algemene inrichtingen, terwijl anderzijds een gepaste specialisatie der ziekenhuizen voor een bepaald soort ziektegevallen niet alleen de beste waarborgen voor de verpleging schept, maar tevens een gunstige exploitatie kan bevorderen.

Zo onderscheiden wij o.m. sanatoria voor longlijders, barakken voor besmettelijke ziekten, tehuizen voor herstellenden, inrichtingen voor chronische ziekten, kinderziekenhuizen, inrichtingen voor geesteszieken. Bijzondere vormen zijn nog: veldlazaretten, noodziekenhuizen bij epidemieën, militaire hospitalen. Ten slotte zijn voor het medisch hoger onderwijs moderne universiteitsklinieken verrezen, die met de daaraan verbonden laboratoria uitnemende ziekencentra vormen. Een modern ziekenhuis van enige omvang omvat, behalve de ziekenverblijven met de daaraan noodzakelijk verbonden nevenvertrekken, ook grote bedrijfsruimten, huishoudelijke, technische en administratieve afdelingen, meestal ook een apotheek, poliklinieken en speciale behandelingsgelegenheden (hydrotherapie, stralen therapie) en ten slotte nog vertrekken voor studie, wetenschappelijk onderzoek en voor de opleiding voor de verpleging, alsmede een afzonderlijk laboratorium voor pathologische anatomie met chapelle ardente. Naast het bouwtype is de keuze van het terrein voor een ziekenhuis van groot belang. Gaarne wordt rekening gehouden met bodemgesteldheid, met de rust en de omgeving, met klimatologische factoren en bereikbaarheid, alsmede met de mogelijkheid tot uitbreiding enz. Bij de bouw zijn ventilatie, verwarming en verlichting factoren van groot belang; zij dienen aan moderne eisen van wetenschap en hygiëne te voldoen, economisch en bedrijfszeker te zijn en niettemin rust en een aangename sfeer te bevorderen.

De hedendaagse ziekenhuizen worden beheerd deels door particulieren, stichtingen en godsdienstige instellingen, deels door de overheid. Elk ziekenhuis is — behalve voor de verpleging en behandeling van zieken — voor de maatschappij van belang als centrum van hygiëne, prophylaxis en wetenschap en wordt tevens dienstbaar gemaakt aan de opleiding voor de a.s. verplegenden. De universiteitsklinieken nemen als academische ziekenhuizen door haar wetenschappelijk karakter en door haar speciale taak: de opleiding van geneeskundigen, in het Ziekenhuiswezen een bijzondere plaats in (z ziekenverpleging).

< >